Uitspraak
[adres 1]te [plaats 2] . Het is een tussenwoning (bouwjaar 1965) met een oppervlakte van 106 m2 en een vrijstaande berging (8 m2) op een perceel van 175 m2;
[adres 2]te [plaats 2] . Het is een tussenwoning (bouwjaar 1964) met een oppervlakte van 102 m2, een aanbouw woonruimte (7 m2) en een vrijstaande berging (8 m2) op een perceel van 159 m2;
[adres 3]te [plaats 2] . Het is een eindwoning (bouwjaar 1964) met een oppervlakte van 95 m2, een overkapping en een berging/tuinhuis (6 m2) op een perceel van 162 m2;
[adres 4]te [plaats 2] . Het is een tussenwoning (bouwjaar 1986) met een oppervlakte van 81 m2 en een vrijstaande berging (6 m²) op een perceel van 164 m2;
[adres 5]te [plaats 2] . Het is een appartement (galerijflat) (bouwjaar 1970) met een oppervlakte van 78 m2, een balkon (5 m2) en een berging (6 m2).
[adres 1] te [plaats 2] (22/796)
[adres 2] te [plaats 2] (22/797)
[adres 3] te [plaats 2] (22/798)
[adres 4] te [plaats 2] (22/799)
[adres 5] te [plaats 2] (22/800)
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 45;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 55;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar € 24,50 aan griffierecht aan belanghebbende moet vergoeden;
- bepaalt dat de Staat der Nederlanden € 24,50 aan griffierecht aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 104,25 aan proceskosten aan belanghebbende;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot betaling van € 105 aan proceskosten aan belanghebbende.