ECLI:NL:RBZWB:2024:3907
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 juni 2024, wordt het beroep van belanghebbende B.V. tegen de naheffingsaanslag BPM behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald. De belanghebbende had een naheffingsaanslag ontvangen en diende hiertegen beroep in, maar verzuimde het griffierecht van € 365,- tijdig te betalen. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar ondanks deze waarschuwingen is de betaling uitgebleven.
De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden betaald om ontvankelijk te zijn in het beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende geen goede reden heeft gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. Hierdoor is er geen sprake van een verontschuldigbare reden voor het verzuim. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit van de inspecteur in stand blijft en er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. Er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien het beroep niet ontvankelijk is verklaard.