ECLI:NL:RBZWB:2024:3875

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juni 2024
Publicatiedatum
7 juni 2024
Zaaknummer
BRE 23/10760
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor budgetbeheer onder de Participatiewet

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juni 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van budgetbeheer beoordeeld. Eiseres had op 28 juni 2023 een aanvraag ingediend, die door het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren op 13 juli 2023 was afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 20 maart 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van Orionis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten voor budgetbeheer zich voordoen, maar de vraag is of deze kosten noodzakelijk zijn in het geval van eiseres.

De rechtbank oordeelt dat eiseres voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten voor budgetbeheer noodzakelijk zijn. Eiseres ontvangt een bijstandsuitkering en heeft in het verleden onder bewind gestaan vanwege problematische schulden. Ondanks dat haar financiële situatie momenteel stabiel is, is zij niet in staat om haar financiën zelfstandig te beheren. De rechtbank wijst erop dat de alternatieven die Orionis heeft voorgesteld niet passend zijn voor de situatie van eiseres. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt Orionis op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens wordt Orionis veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/10760 PW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juni 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

gemachtigde: mr. N. Wouters,
en

Het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren (Orionis), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet.
1.1.
Orionis heeft de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand voor de kosten van budgetbeheer met het besluit van 13 juli 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 28 september 2023 op het bezwaar van eiseres is Orionis bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Orionis heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 20 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, mr. R.S. Vriend (kantoorgenoot van haar gemachtigde), en namens Orionis mr. N. Feijtel en [naam 1] . Verder zijn verschenen [naam 2] (budgetbeheerder van eiseres) en [naam 3] .
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of Orionis de aanvraag van eiseres voor bijzondere bijstand voor budgetbeheer terecht heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3.1.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4.
Feiten
Eiseres ontvangt een (aanvullende) bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet. Sinds 25 juni 2018 ontvangt eiseres bijzondere bijstand voor budgetbeheer, telkens toegekend voor één jaar en laatstelijk tot en met 24 juni 2023. Op 28 juni 2023 heeft eiseres een aanvraag ingediend om vanaf 25 juni 2023 wederom bijzondere bijstand te verlenen voor de kosten van budgetbeheer. Orionis heeft die aanvraag afgewezen omdat de kosten van budgetbeheer niet als noodzakelijk worden aangemerkt.
5.
Standpunt van Orionis
Volgens Orionis zijn dat de kosten voor budgetbeheer niet (meer) noodzakelijk omdat de financiële situatie van eiseres redelijk stabiel is; er zijn geen schulden meer en de toeslagen zijn aangevraagd. Orionis wijst op het beleid althans interne werkafspraken dat er voor maximaal één jaar bijzondere bijstand wordt verleend voor budgetbeheer. Als blijkt dat er langer nodig is, kan dit in bijzondere situaties met een jaar verlengd worden, zoals in het geval van eiseres tot dan toe steeds gebeurd was. Lukt het daarna niet om de situatie stabiel te krijgen, dan kan er bewind worden aangevraagd. Voor dat laatste bestaat geen noodzaak, zo is aangegeven door de budgetbeheerder. Bovendien kan eiseres hulp inschakelen van diverse vrijwilligersorganisaties.
6.
Standpunt van eiseres
Eiseres is – samengevat – van mening dat budgetbeheer in haar geval noodzakelijk is omdat zij niet in staat is om haar eigen financiën naar behoren te beheren. Eiseres wijst erop dat zij van 18 februari 2016 tot 1 juni 2018 onder bewind stond wegens problematische schulden en sindsdien gebruikmaakt van budgetbeheer. De budgetbeheerder vindt budgetbeheer wel degelijk noodzakelijk. Eiseres wijst erop dat er geen zicht is op verbetering omdat zij niet in staat is de Nederlandse taal te leren. In de afgelopen jaren is geen enkele vooruitgang geboekt en daarom is er geen recent plan van aanpak overgelegd. Gezien de taalbarrière, de beperkte leerbaarheid en leeftijd van eiseres (die inmiddels 67 jaar is) is er geen zicht op verbetering. Als het budgetbeheer wordt beëindigd, bestaat de kans dat er opnieuw schulden ontstaan. Eiseres voert verder aan dat de door Orionis genoemde opties, Humanitas, Schuldhulpmaatjes of Leger des Heils voor haar niet werken omdat deze allemaal gericht zijn op de korte termijn. Eiseres stelt dat haar situatie niet veranderd is ten opzicht van de vijf jaar waarin wel bijzondere bijstand werd verleend. Orionis heeft volgens eiseres niet aannemelijk gemaakt dat de situatie zodanig is gewijzigd dat de kosten voor budgetbeheer niet meer noodzakelijk zijn. Ten slotte stelt eiseres dat de kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en dat zij niet in staat is de kosten langdurig vanuit haar bijstandsuitkering te betalen.
7.
Overwegingen
7.1.
Op grond van vaste rechtspraak (onder andere de uitspraken van 31 oktober 2017 en 1 mei 2013, ECLI:NL:CRVB:2017:3778 en ECLI:NL:CRVB:2013:BZ9166) moet bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet eerst beoordeeld worden (1) of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens (2) of die kosten in het individuele geval van de betrokkene noodzakelijk zijn en daarna (3) of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Ten slotte (4) moet de vraag worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, op welk punt het college ingevolge genoemde bepaling een zekere beoordelingsvrijheid heeft.
7.2.
Het ligt op de weg van eiseres, als aanvrager, om aannemelijk te maken dat is voldaan aan de (vier) voorwaarden voor toekenning van de bijzondere bijstand.
Partijen zijn het erover eens dat de kosten voor budgetbeheer zich voordoen (voorwaarde 1).
De vraag hier is of de kosten voor budgetbeheer in het geval van eiseres noodzakelijk zijn (voorwaarde 2). De rechtbank is van oordeel dat eiseres voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten van budgetbeheer noodzakelijk zijn en overweegt daartoe het volgende.
7.3.
In haar motivering waarom de kosten in het individuele geval van eiseres volgens haar niet noodzakelijk zijn, verwijst Orionis naar de passage “naar het oordeel van het college” in artikel 35 van de Participatiewet. Die passage ziet evenwel niet op de tweede maar (alleen) op de vierde van de vier voorwaarden die gelden bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet. Het beleid waar Orionis in dat kader gewag van maakt, inhoudende dat er (samengevat) in beginsel voor maximaal één jaar bijzonder bijstand wordt verstrekt, staat bovendien niet in de Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 Middelburg, Veere en Vlissingen. Uit de toelichting ter zitting blijkt het slechts te gaan om interne werkafspraken. Een en ander laat hoe dan ook onverlet dat er bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet altijd – en dus bij iedere aanvraag opnieuw – (zelfstandig) moet worden beoordeeld of die kosten in het individuele geval van de betrokkene noodzakelijk zijn.
7.4.
Eiseres is sinds de opheffing van het bewind schuldenvrij en in zoverre is de financiële situatie stabiel. Maar dat betekent nog niet dat eiseres op dit moment in staat is om haar financiën zelfstandig te beheren. De budgetbeheerder heeft ter zitting toegelicht dat de vaste lasten worden voldaan middels automatische incasso’s en dat de overige betalingen nog door de budgetbeheerder worden gedaan, waarbij eiseres weekgeld krijgt. Het is nog niet gelukt om de stap naar maandgeld te zetten. Als eiseres geen hulp meer krijgt, bestaat de kans dat er nieuwe schulden ontstaan.
7.5.
Of de alternatieven die Orionis heeft geopperd passend en toereikend zijn, is een vraag die aan de orde komt bij de toepassing van artikel 15, eerste lid, van de Participatiewet. Orionis heeft die bepaling echter niet aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd, zodat de rechtbank daar niet aan toekomt.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit kan geen stand houden. De rechtbank ziet geen aanleiding om zelf in de zaak te voorzien of om een bestuurlijke lus toe te passen. Orionis zal, met inachtneming van deze uitspraak, opnieuw op het bezwaar moeten beslissen. De rechtbank geeft hiervoor een termijn van zes weken.
Vergoeding griffierecht en proceskosten
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat Orionis aan eiseres de door haar betaalde griffierechten vergoedt.
De rechtbank veroordeelt Orionis in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 875,-). In haar beroepschrift heeft eiseres ook verzocht om vergoeding van de kosten van de bezwaarfase, maar die kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat eiseres daar niet om heeft verzocht voordat de beslissing op bezwaar werd genomen (artikel 7:15, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt Orionis op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt Orionis op om het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt Orionis in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.750,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.W. Ponds, rechter, in aanwezigheid van mr. T.B. Both-Attema, griffier, op 7 juni 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Participatiewet
Artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet bepaalt dat, onverminderd paragraaf 2.2, de alleenstaande of het gezin recht heeft op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, van de Participatiewet niet van toepassing zijn.
Beleidsregel
Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 Middelburg, Veere en [plaats] .