Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 3 juli 2023 onder klaagster in het strafvorderlijk onderzoek tegen [naam] in beslag is genomen: een geldbedrag van 6.000 euro (hierna: het geldbedrag);
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 5 februari 2024 ter griffie van deze rechtbank;
- het schriftelijk advies van het Openbaar Ministerie van 12 februari 2024 en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2. De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).