AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beoordeling van aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor buitenlandse belastingplichtige
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 juni 2024, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende uit België die in beroep gaat tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2016 en 2017. De rechtbank beoordeelt of de aanslagen terecht zijn opgelegd en of de inspecteur de aftrek van premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekering correct heeft behandeld. De inspecteur had de aanslagen vastgesteld op respectievelijk € 47.079 en € 48.633, met belastingrente van € 640 en € 199. Na bezwaar werd het belastbaar inkomen voor 2016 verlaagd tot € 40.783, maar de inspecteur handhaafde het premie-inkomen op het maximum van € 33.715. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de aanslagen niet te hoog heeft vastgesteld en dat de premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekering op basis van Unierecht niet in aanmerking komen voor aftrek. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van discriminatie ten opzichte van niet-werkenden, en dat de belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. De beroepen worden ongegrond verklaard.
Voetnoten
1.Het wereldinkomen van € 47.079 is het totaal van het in Nederland en het in België belaste inkomen van respectievelijk € 40.783 en € 6.296.
2.Het (gezamenlijke) wereldinkomen van € 57.168 is het totaal van het in Nederland belaste inkomen van belanghebbende van € 48.633 en in België belaste inkomen van belanghebbende van € 6.974. Tevens is rekening gehouden met in Nederland belastbare inkomen van zijn echtgenote van € 1.561.
3.Zie onder meer het arrest van 14 februari 1995, Schumacker, C279/93, EU:C:1995:31, punten 31 tot en met 38.
4.HvJ EU 9 februari 2017, X, ECLI:EU:C:2017:102, punt 33.
5.HvJ EG 1 juli 2004, Wallentin, ECLI:EU:C:2004:403 en HvJ EG 25 januari 2007, Meindl, ECLI:EU:C:2007:57.
7.Het in 2016 effectief in België belaste inkomen (€ 6.296) is 10,57% van het naar Belgische maatstaven berekende wereldinkomen van belanghebbende en zijn partner van € 59.586 (zijnde € 48.576 + € 11.010).
8.Artikel 52, aanhef en onder 100 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992).
9.Zie Hoofdstuk III WIB 1992, Afdeling I (Gewoon stelsel van aanslag) en Afdeling II (Bijzondere stelsel van aanslag).
10.Bestaande uit het inkomen uit Nederland van € 48.633 en uit België van € 6.974.
11.artikel 30fc, tweede lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).