ECLI:NL:RBZWB:2024:3753

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 juni 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
BRE 22/5027
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen eerdere uitspraak in belastingzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 juni 2024 uitspraak gedaan op het verzet van de belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 26 mei 2023. In die eerdere uitspraak had de rechtbank het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard. De gemachtigde van de belanghebbende heeft tijdens de zitting op 21 mei 2024 aangegeven dat de eerdere uitspraak juist is en dat het verzet kan worden afgewezen. De rechtbank heeft vervolgens het verzet ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. drs. M.H. van Schaik, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/5027

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juni 2024 op het verzet van

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: [naam] ),
tegen de uitspraak van de rechtbank van 26 mei 2023 in het geding tussen
belanghebbende
en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur

Inleiding

1. Deze uitspraak op het verzet van belanghebbende gaat over de uitspraak van de rechtbank van 26 mei 2023 waarin de rechtbank het beroep van belanghebbende gegrond heeft verklaard.
1.1.
De rechtbank heeft het verzet op 21 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van belanghebbende deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

2. Ter zitting heeft gemachtigde aangegeven dat de uitspraak van 26 mei 2023 juist is en dat het verzet kan worden afgewezen.
3. De rechtbank zal het verzet ongegrond verklaren. Dat betekent dat die uitspraak in stand blijft.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. M.H. van Schaik, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 4 juni 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie stellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl). Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is
gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.