ECLI:NL:RBZWB:2024:3709
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.G.J.M. de Weert
- T. Peters
- K. de Meulder
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de verleende omgevingsvergunning voor tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen een verleende omgevingsvergunning aan [naam 1] B.V. voor het realiseren van tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten. De omgevingsvergunning werd verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena op 6 mei 2022. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F.K. van den Akker, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres stelt dat zij als belanghebbende moet worden aangemerkt, omdat zij zelf ook plannen heeft voor huisvesting van arbeidsmigranten en vreest dat de vergunning van [naam 1] B.V. haar concurrentiepositie schaadt.
De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld en vastgesteld dat eiseres niet als belanghebbende kan worden beschouwd. Dit is gebaseerd op het feit dat er geen zicht is op het perceel waar de appartementen worden gebouwd en dat de percelen niet dicht bij elkaar liggen. De rechtbank concludeert dat eiseres niet direct wordt geraakt door het bestreden besluit en dat het college het bezwaar ten onrechte ontvankelijk heeft geacht. De rechtbank vernietigt het besluit van 9 december 2022 en verklaart het bezwaar van eiseres alsnog niet-ontvankelijk. Eiseres krijgt recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en openbaar gemaakt op 5 juni 2024. De rechtbank benadrukt dat een partij die het niet eens is met deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep kan instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.