ECLI:NL:RBZWB:2024:3662

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
4 juni 2024
Zaaknummer
23/3934
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiseres in het kader van de Wet WIA

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de wijziging van haar arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Eiseres had een WIA-uitkering toegekend gekregen met een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%, maar het UWV heeft deze herzien naar 68,28% na bezwaar van haar voormalig werkgever. De rechtbank behandelt het beroep op 13 maart 2024 en concludeert dat het UWV terecht de mate van arbeidsongeschiktheid heeft vastgesteld op 68,28%. De rechtbank oordeelt dat de medische en arbeidskundige beoordelingen van het UWV adequaat zijn en dat de geduide functies passend zijn voor eiseres. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bepaalt dat het UWV het griffierecht en proceskosten aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 5 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats: Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/3934 WIA

uitspraak van 5 juni 2024 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres,

gemachtigde: mr. A.E.E. Vollebregt,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Eindhoven), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van haar een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).
1.1
Het UWV heeft met het besluit van 21 november 2022 (primair besluit)
aan eiseres een WIA-uitkering (loongerelateerde WGA-uitkering) toegekend met ingang van 4 januari 2022 naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%.
Tegen dit besluit heeft de voormalig werkgever van eiseres, [stichting] , bezwaar gemaakt. [stichting] voerde aan dat de beperkingen van eiseres duurzaam zijn en dat eiseres daarom recht zou hebben op een IVA-uitkering.
Met het bestreden besluit is het bezwaar van [stichting] gegrond verklaard. Weliswaar heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts b&b) geoordeeld dat de beperkingen duurzaam zijn, maar de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige b&b) heeft, anders dan de primaire arbeidsdeskundige, wel passende functies kunnen duiden. Het UWV heeft daarom in heroverweging besloten dat eiseres met ingang van 4 januari 2022 geen recht heeft op een IVA-uitkering en de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 68,28%.
1.2
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3
De rechtbank heeft het beroep op 13 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en [naam 1] als gemachtigde van het UWV.
1.4
De rechtbank heeft de uitspraaktermijn met zes weken verlengd.

Beoordeling door de rechtbank

2. Aan het bestreden besluit heeft het UWV ten grondslag gelegd dat eiseres per 4 januari 2022 voor 68,28% arbeidsongeschikt is. De rechtbank zal beoordelen of dit juist is.
Zij doet dit aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
Bij deze beoordeling is van belang of eiseres medische beperkingen heeft en
of zij daardoor geheel of gedeeltelijk niet meer in staat is met arbeid inkomsten te
verwerven.
3. De rechtbank is van oordeel dat het UWV terecht de mate van arbeidsongeschiktheid per 4 januari 2022 heeft vastgesteld op 68,28%.
Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3.1
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving zijn te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
3.2
Eiseres is werkzaam geweest als Begeleider A voor 32,18 uur per week bij [stichting] . Voor dat werk is zij op 7 januari 2020 uitgevallen vanwege reumatoïde artritis. Zij is tijdens de wachttijd, die liep tot en met 3 januari 2022, niet hersteld. De datum in geding is 4 januari 2022, waarbij het erom gaat in hoeverre op die datum de (theoretische) verdiencapaciteit van eiseres minder was dan het inkomen dat eiseres had bij [stichting] .
Medische beoordeling
Zijn de beperkingen juist vastgesteld?
4. Het bestreden besluit, voor zover dit ziet op de medische beoordeling, is gebaseerd op rapporten van de primaire verzekeringsarts ( [naam 2] ) en de verzekeringsarts b&b ( [naam 3] ) van het UWV.
4.1
Eiseres heeft ter zitting aangegeven dat zij zich kan vinden in de medische beoordeling per datum in geding. De rechtbank overweegt dat niet is gebleken dat in de FML van 31 oktober 2022 de beperkingen van eiseres zijn onderschat. Voor de verdere beoordeling gaat de rechtbank dan ook uit van de belastbaarheid zoals die is neergelegd in die FML.
Arbeidskundige beoordeling
Zijn de aan de schatting ten grondslag gelegde functies geschikt?
5.1
De primaire arbeidsdeskundige ( [naam 4] ) kwam in het rapport van 16 november 2022 tot de conclusie dat er geen of onvoldoende functies geduid konden worden die bij de mogelijkheden van eiseres passen. Er is dus geen theoretische verdiencapaciteit, het loonverlies is 100% en daarom is eiseres 100% arbeidsongeschikt.
De arbeidsdeskundige b&b ( [naam 5] ) heeft, rekening houdend met de vastgestelde FML, vier passende functies weten te duiden. Daarvan heeft hij de volgende functies ten grondslag gelegd aan de berekening van de mate van de (theoretische) verdiencapaciteit: schadecorrespondent (Sbc-code 516080), bezorger pakketten e.d. (auto)(Sbc-code 111230) en administratief ondersteunend medewerker (Sbc-code 315100).
5.2
Eiseres voert aan dat de arbeidsdeskundige b&b ten onrechte en onvoldoende gemotiveerd een onbegrijpelijk standpunt heeft ingenomen. De alsnog geduide functies kunnen zowel formeel als inhoudelijk niet als passend worden beschouwd. Gelet op haar klachten is eiseres niet in staat de geselecteerde functies te verrichten. Ter zitting heeft zij daaraan toegevoegd dat er geen sprake van bij-duiden van functies maar van het duiden van functies die eerder waren verworpen.
5.3
Het UWV heeft in zijn verweerschrift aangevoerd dat het toegestaan is om bij een einde wachttijd beoordeling in de bezwaarfase functies bij te duiden en wijst daarbij op jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2018:2173 en ECLI:NL:CRVB:2009:BI5946) en geeft aan geen reden te hebben om te twijfelen aan de geschiktheid van de geduide functies. Ter zitting heeft het UWV daaraan toegevoegd dat de arbeidsdeskundige b&b uitputtend het CBBS-systeem heeft geraadpleegd en daarbij passende functies heeft gevonden. De arbeidsdeskundige b&b is niet gehouden om de eerdere primaire arbeidskundige beoordeling over te nemen.
5.4
De rechtbank kan zich voorstellen dat de gang van zaken in bezwaar alsmede de uitkomst daarvan voor eiseres onbegrijpelijk is. Eerst wordt ze 100% arbeidsongeschikt geacht, alleen niet duurzaam. Vervolgens oordeelt de verzekeringsarts b&b dat de beperkingen wèl duurzaam zijn, maar is de uitkomst dat het arbeidsongeschiktheids-percentage lager moet worden vastgesteld omdat de arbeidsdeskundige b&b toch functies heeft kunnen duiden. Het is de vraag of dat mag. De meest verstrekkende beroepsgrond van eiseres is dat dit laatste formeel niet was toestaan. De rechtbank dient daarom eerst de vraag te beantwoorden of in bezwaar alsnog functies mochten worden geduid.
5.4.1
De twee uitspraken van de Raad waar het UWV naar verwijst, hebben betrekking op feitencomplexen die niet volledig vergelijkbaar zijn met die van de onderhavige zaak. In die zaken had in beide gevallen de primaire arbeidsdeskundige wel functies kunnen duiden, waarna de arbeidsdeskundige b&b een aantal van die functies heeft laten vervallen en in plaats daarvan nieuwe functies heeft ‘bijgeduid’. Desalniettemin is de rechtbank van oordeel dat het ook in situaties als de onderhavige is toegestaan om in de bezwaarfase (alsnog) functies te selecteren, omdat uit de twee betreffende uitspraken volgt dat in elke fase van de procedure nieuwe functies mogen worden geduid.
5.5
De rechtbank stelt vast dat de arbeidsdeskundige b&b drie functies heeft geselecteerd en aan de schatting ten grondslag heeft gelegd. Een aantal van de functienummers behorende tot deze drie functies is in eerste instantie door de arbeidsdeskundige volgens het ‘overzicht niet-eindgeselecteerde functies AO-criterium Wet WIA’ van 3 januari 2022 niet gebruikt bij de beoordeling. Dat maakt echter niet dat de arbeidsdeskundige b&b niet van deze functies gebruik zou mogen maken. De arbeidsdeskundige b&b maakt een eigen beoordeling en heeft in dit geval de geschiktheid van deze functies afdoende gemotiveerd.
5.5.1
Ten aanzien van de functie schadecorrespondent (Sbc-code 516080), heeft de primaire arbeidsdeskundige de functie ‘adm. medewerker declaratieverwerking’ met functienummer 9072.0000.030 niet geselecteerd. De arbeidsdeskundige b&b heeft deze functie wel passend bevonden. De overschrijding van de belastbaarheid hield verband met een signalering bij item 6.4.1 (overige beperkingen ten aanzien van werktijden). Eiseres is volgens de FML beperkt voor sterk wisselende diensten. In deze functie is hiervan geen sprake; er is sprake van regelmatige werktijden in de voor- en namiddag. Daarom is volgens de arbeidsdeskundige b&b geen knelpunt op dit vlak. Binnen deze functie zijn verder geen overschrijdingen van de belastbaarheid.
Eiseres heeft dit niet gemotiveerd weersproken. Dat betekent dat de functie schadecorrespondent (Sbc-code 516080) aan de schatting ten grondslag mocht worden gelegd.
5.5.2
Met betrekking tot de functie bezorger pakketten e.d. (auto), (Sbc-code 111230) heeft de arbeidsdeskundige b&b drie functienummers geselecteerd van de functie routechauffeur (3813.0006.001, 3813.0006.002 en 3813.0006.003). Deze functienummers zijn door de arbeidsdeskundige wel gezien maar uiteindelijk niet geselecteerd. De arbeidsdeskundige b&b heeft deze functies wel geselecteerd en passend bevonden. Op punten waar deze functies de belastbaarheid van eiseres overschrijden, heeft de arbeidsdeskundige b&b de signaleringen toegelicht.
Bij de signalering bij item 1.8.6 (persoonlijk risico, kunnen vluchten bij gevaar) heeft de arbeidsdeskundige b&b aangegeven dat eiseres niet beperkt is op beroepsmatig vervoer. Ten aanzien van item 4.3.6 (knijp-grijpkracht), heeft de arbeidsdeskundige b&b afdoende toegelicht dat de overschrijding past binnen de belastbaarheid. Het knijpen komt enkele keren per week voor. Bovendien kan gekozen worden om de meerdere boxen niet tegelijkertijd te pakken, maar om en om, zodat de knijp/grijpkracht minder wordt.
Ook bij item 4.14.2 (lichte voorwerpen dragen) is de overschrijding van de belastbaarheid toegelicht. De belastbaarheid van het gewicht dat gedragen moet worden past binnen de belastbaarheid van eiseres.
Ten aanzien van item 5.6.2 (gebogen/getordeerd actief zijn) heeft de arbeidsdeskundige aangegeven dat wat in de functies wordt gevraagd past binnen de belastbaarheid van eiseres. Er is weliswaar sprake is van een hogere frequentie dan haar maximale belastbaarheid, maar er is sprake van een kortere duur, zodat de functies toch passend zijn te achten.
Tot slot is ook geen sprake van overschrijding op de belastbaarheid op item 6.4.1 (overige beperkingen ten aanzien van de werktijden). Eiseres kan geen sterk wisselende diensten draaien, maar in de functies is hier ook geen sprake van. Er is weliswaar sprake van gebroken diensten, maar die zijn een week van te voren bekend en op vast tijden. De werkdagen kunnen in overleg worden aangepast.
Eiseres heeft de toelichtingen op de signaleringen door de arbeidsdeskundige b&b niet gemotiveerd weersproken. Naar het oordeel van de rechtbank mocht de functie van bezorger pakketten e.d. (auto), (Sbc-code 111230) aan de schatting ten grondslag worden gelegd.
5.5.3
Bij de functie administratief ondersteunend medewerker (Sbc-code 315100) heeft de arbeidsdeskundige b&b twee functienummers geselecteerd van de functie teamondersteuner (9071.0042.059 en 9071.0042.063). Deze functies zijn door de arbeidsdeskundige wel gezien, maar niet geselecteerd. De arbeidsdeskundige b&b heeft de functies wel passend bevonden voor eiseres. Op punten waar deze functies de belastbaarheid van eiseres overschrijden, heeft de arbeidsdeskundige toegelicht waarom de functies toch passend zijn.
Er is een signalering bij item 4.3.6 (knijp-/grijpkracht). Eiseres kan niet met grote kracht werken. Echter, het gaat om het hanteren van dossiers, nietmachine en perforator. Het gaat niet om grote kracht, bovendien hoeven de nietmachine en perforator niet veelvuldig gebruikt te worden. De functies worden op dit punt geschikt bevonden.
Eiseres is verder beperkt ten aanzien van item 6.2.3 (uren per dag). Eiseres kan maximaal 4 uur per dag werken. In de functies wordt dagelijks maximaal 4,5 uur per dag gewerkt. Dit past binnen de belastbaarheid van eiseres omdat van de werkgever verwacht mag worden dat de uren per dag anders ingeregeld mogen worden zodat er nog steeds voldaan wordt aan de contracturen, namelijk 18 uur. Eiseres zou bijvoorbeeld 4x4 uur en 1x2 uur kunnen werken. Dit heeft verder geen afbreukrisico.
Tot slot is ook geen sprake van overschrijding van de belastbaarheid op item 6.4.1 (overige beperkingen ten aanzien van de werktijden). Eiseres kan geen sterk wisselende diensten draaien, maar in de functies is hiervan ook geen sprake. Er is sprake van regelmatige werktijden in de voor- en namiddag.
Eiseres heeft de toelichtingen op de signaleringen door de arbeidsdeskundige b&b niet gemotiveerd weersproken. Naar het oordeel van de rechtbank mocht de functie van administratief ondersteunend medewerker (Sbc-code 315100) aan de schatting ten grondslag worden gelegd.
5.5.4
De rechtbank komt, alles overwegende, tot de conclusie dat de hiervoor genoemde functies mochten worden gebruikt voor de berekening van de mate van arbeids- ongeschiktheid.
Is de mate van arbeidsongeschiktheid juist vastgesteld?
6. Op basis van de inkomsten die eiseres met de geduide functies kan verdienen, heeft het UWV een berekening gemaakt die leidt tot een mate van arbeidsongeschiktheid van 68,28 %. Omdat eiseres tegen deze berekening geen gronden naar voren heeft gebracht, gaat de rechtbank uit van deze mate van arbeidsongeschiktheid.
Dit betekent dat het UWV terecht de mate van arbeidsongeschiktheid per 4 januari 2022 heeft vastgesteld op 68,28%.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het UWV terecht de mate van arbeidsongeschiktheid per 4 januari 2022 heeft vastgesteld op 68,8%.
7.1
Ter zitting heeft de gemachtigde van het UWV aangegeven bereid te zijn de proceskosten te vergoeden omdat is verzuimd een voornemen van het bestreden besluit, aan eiseres toe te zenden. Hierdoor heeft eiseres in beroep moeten komen om haar standpunt kenbaar te maken.
De rechtbank bepaalt dat eiseres een vergoeding krijgt voor haar proceskosten. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt eiseres een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft een beroepschrift ingediend en heeft aan de zitting van de rechtbank deelgenomen. In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 875,00. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.750,-.
7.2
Verder moet het UWV het griffierecht aan eiseres vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • bepaalt dat het UWV het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden;
  • veroordeelt het UWV tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.W. Ponds, rechter, in aanwezigheid van mr. E.A. Vermunt, griffier, op 5 juni 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage wettelijk kader

In artikel 4, eerste lid, van de Wet WIA is bepaald dat volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is degene die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur.
In het tweede lid is bepaald dat in het eerste lid onder duurzaam wordt verstaan een medisch stabiele of verslechterende situatie.
In het derde lid is bepaald dat onder duurzaam mede wordt verstaan een medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat.
Volgens artikel 5 van de Wet WIA is gedeeltelijk arbeidsgeschikt degene die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, maar die niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Dit betekent dat pas recht op uitkering bestaat bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 35% of meer.