ECLI:NL:RBZWB:2024:3375
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffing door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Veere beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 16 februari 2022 een aanslag rioolheffing van € 91,87 en een aanslag afvalstoffenheffing van € 453 opgelegd voor de woning van belanghebbende. Belanghebbende had bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 29 maart 2024 de zaak behandeld, waarbij belanghebbende niet aanwezig was, ondanks een correcte uitnodiging. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar terecht de aanslagen heeft opgelegd. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende als belastingplichtige kan worden aangemerkt op basis van de Verordening rioolheffing, omdat de woning kortdurend wordt verhuurd. De hoogte van de aanslagen is ook in overeenstemming met de geldende regelgeving. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanslagen gehandhaafd blijven. Belanghebbende krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.