ECLI:NL:RBZWB:2024:3272
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding in de toeslagenaffaire
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal. Eiseres had een aanvraag ingediend voor ondersteuning van de gemeente, maar haar bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank behandelt de zaak op 21 maart 2024, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde en de gemachtigde van het college aanwezig zijn.
De rechtbank stelt vast dat eiseres te laat bezwaar heeft gemaakt, met de laatste dag voor indienen op 19 juni 2023. Eiseres heeft pas op 7 juli 2023 bezwaar gemaakt, wat door het college als te laat werd beschouwd. De rechtbank onderzoekt of de termijnoverschrijding verschoonbaar is, waarbij eiseres aanvoert dat zij door de emotionele gevolgen van de terugvordering van kinderopvangtoeslag niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank oordeelt echter dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij volledig verhinderd was om bezwaar te maken en dat de gemachtigde te laat heeft gehandeld.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Eiseres krijgt geen gelijk in haar beroep, wat betekent dat zij het griffierecht niet terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. T.I. van Term en openbaar gemaakt op 11 april 2024.