Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 januari 2024in de zaak tussen
[belanghebbende] uit [plaats] , belanghebbende,
,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 40,00;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 60,00;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 24,50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- bepaalt dat de Staat der Nederlanden het griffierecht van € 24,50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de heffingsambtenaar € 109,25 aan proceskosten aan belanghebbende;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden € 109,50 aan proceskosten aan belanghebbende.