ECLI:NL:RBZWB:2024:2917
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 mei 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De belanghebbende had gereageerd op de uitspraak op bezwaar van 14 oktober 2022, maar het beroepschrift werd pas op 11 mei 2023 ontvangen door de belastingdienst. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en eindigde op 25 november 2022. De rechtbank legt uit dat het indienen van het beroepschrift na deze termijn niet verschoonbaar is, ondanks de door de belanghebbende aangevoerde redenen zoals gebrek aan juridische kennis en een taalbarrière. De rechtbank concludeert dat er geen omstandigheden zijn die de overschrijding van de termijn rechtvaardigen. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.