ECLI:NL:RBZWB:2024:2880
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, gegrondverklaring en vernietiging uitspraak op bezwaar
Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 22/4183, waarin belanghebbende beroep heeft aangetekend tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep betreft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2019, specifiek gericht op de aftrek van ziektekosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur op 24 januari 2023 heeft aangegeven de geclaimde aftrek van ziektekosten van € 11.039,- te accepteren en het verzamelinkomen vast te stellen op € 11.240,-. Ondanks herhaalde pogingen van zowel de rechtbank als de inspecteur om contact op te nemen met belanghebbende, heeft deze geen reactie gegeven, maar eerder aangegeven dat de zaak zonder zitting kan worden afgedaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat, aangezien de inspecteur aan de klachten van belanghebbende tegemoet is gekomen, het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd naar een belastbaar inkomen van € 11.240,- en bepaald dat de inspecteur het griffierecht van € 50,- aan belanghebbende moet vergoeden. Er is geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat niet is gebleken dat belanghebbende kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.