ECLI:NL:RBZWB:2024:2875
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 mei 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de WOZ-beschikking en de bijbehorende aanslagen onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De griffier had de belanghebbende eerder gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en had hem de gelegenheid gegeven om dit binnen een bepaalde termijn te voldoen. Ondanks deze waarschuwingen heeft de belanghebbende het griffierecht niet tijdig betaald en heeft hij geen verontschuldigingen aangedragen voor dit verzuim.
De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden betaald om een beroep in te stellen. Het niet tijdig betalen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, tenzij er een goede reden is voor het verzuim. In dit geval is er geen verontschuldiging gebleken, waardoor de rechtbank geen andere keuze had dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. De belanghebbende is geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.