Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 23/3544, waarin belanghebbende beroep heeft ingesteld tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting over augustus 2022. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht van € 365,- niet is betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende op 30 augustus 2023 heeft aangegeven niet in staat te zijn het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht, maar heeft hierop niet gereageerd toen de rechtbank om onderbouwing vroeg. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de termijn waarbinnen dit moest gebeuren. Ondanks deze waarschuwingen heeft belanghebbende het griffierecht niet tijdig betaald. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geen inhoudelijke beoordeling van het beroep gedaan en het bestreden besluit blijft in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.