ECLI:NL:RBZWB:2024:2862
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 23/1535 en 23/1537, waarbij het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard. De belanghebbende, een inwoner van Duitsland, had beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst, die betrekking had op navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2016. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was omdat het griffierecht van € 50,- niet was betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende herhaaldelijk had gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat de belanghebbende geen verontschuldiging had gegeven voor het niet tijdig betalen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, tenzij er een goede reden is voor het verzuim. In dit geval was er geen enkele reden aangevoerd door de belanghebbende, waardoor de rechtbank geen andere keuze had dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan zonder zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft de bestreden besluiten in stand gelaten en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.