ECLI:NL:RBZWB:2024:2534
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- S. Hindriks
- R.P. Broeders
- A.G.J.M. de Weert
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake geurhinder door houtrook en handhaving van het Bouwbesluit 2012
In deze bestuursrechtelijke procedure hebben eisers beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele, dat op 20 februari 2023 een verzoek om handhavend optreden tegen geurhinder door houtrook heeft afgewezen. Eisers, bewoners van [adres 2] te [plaats], ervaren overlast van de houtkachel van de derde partij, bewoners van [adres 1] te [plaats]. De rechtbank heeft op 1 maart 2024 een zitting gehouden, waarbij eisers in persoon aanwezig waren en de verweerder vertegenwoordigd werd door mr. R.M. Pieterse. De derde partij is niet verschenen.
Eisers hebben aangevoerd dat het onderzoek dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt, onjuist is uitgevoerd. Ze betogen dat de toezichthouders onvoldoende gekwalificeerd zijn en dat het geuronderzoek niet onder de juiste omstandigheden is uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de AbRS in een eerdere uitspraak heeft bepaald dat het college een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, waarbij het de nodige kennis vergaart over de hinder in de zin van artikel 7.22 van het Bouwbesluit 2012. De rechtbank concludeert dat het college zich terecht niet bevoegd heeft geacht om het handhavingsverzoek van eisers in te willigen, omdat niet objectief is vastgesteld dat de derde partij artikel 7.22 heeft overtreden.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en openbaar gemaakt op 11 april 2024. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld.