ECLI:NL:RBZWB:2024:2344

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
9 april 2024
Zaaknummer
BRE 23/10008
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 april 2024, wordt het beroep van [belanghebbende] tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda behandeld. Het bestreden besluit, dat op 4 augustus 2023 is genomen, betreft de afwijzing van het bezwaar van [belanghebbende] tegen het toekennen van financiële tegemoetkomingen voor de aanschafkosten van een bestelauto, stalling van een scootmobiel en vervoerskosten op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 50,- niet is betaald. De rechtbank wijst erop dat de griffier [belanghebbende] meerdere keren in de gelegenheid heeft gesteld om het griffierecht te voldoen, maar dat dit niet is gebeurd. Er is geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht gegeven, waardoor de rechtbank geen andere keuze heeft dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Dit betekent dat de rechtbank het bestreden besluit in stand laat en geen proceskostenveroordeling oplegt. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/10008

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 april 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats],

en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van [belanghebbende] tegen het bestreden besluit van verweerder van 4 augustus 2023. Bij dit besluit is het bezwaar van [belanghebbende] tegen het toekennen van financiële tegemoetkomingen voor aanschafkosten van de bestelauto als tijdelijke stalling scootmobiel, instandhoudingskosten van de bestelauto en kosten van vervoer op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning ongegrond verklaard.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft [belanghebbende] het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 4 november 2023 [belanghebbende] in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
5. [belanghebbende] heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. [belanghebbende] heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van
G.A. Klop, griffier, op 10 april 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.