In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 maart 2024, hebben eisers, een ondernemer en zijn partner, gedaagden aangeklaagd wegens onrechtmatige uitlatingen op social media die hun eer en goede naam hebben aangetast. De eisers, die actief zijn in de bakkerij- en ijssalonbranche en ook bekend zijn als influencers, hebben gedaagden beschuldigd van laster en schadevergoeding geëist. Gedaagden, waaronder een pro se gedaagde, hebben via LinkedIn en Facebook beschuldigingen geuit van chantage, afpersing en andere strafbare feiten tegen eisers. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden onrechtmatig heeft gehandeld door deze uitlatingen te doen zonder voldoende feitelijke onderbouwing. De rechter heeft geoordeeld dat de uitlatingen niet alleen onrechtmatig waren, maar ook dat gedaagden aansprakelijk zijn voor de schade die eisers hebben geleden. De rechter heeft gedaagden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 500, een contactverbod voor twee jaar en een rectificatie op LinkedIn. De proceskosten zijn ook toegewezen aan eisers, die in het gelijk zijn gesteld. Dit vonnis benadrukt de grenzen van de vrijheid van meningsuiting, vooral wanneer deze inbreuk maakt op de eer en goede naam van een ander.