ECLI:NL:RBZWB:2024:2172
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsingsinkomen beschikking zorgtoeslag 2020
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 25 november 2021. Belastingdienst/Toeslagen heeft aan belanghebbende een beschikking zorgtoeslag voor het jaar 2020 gegeven. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking zorgtoeslag 2020, waarop de inspecteur het bezwaar bij uitspraak op bezwaar heeft afgewezen. Hiertegen heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank Limburg, die zich onbevoegd verklaarde en het beroepschrift doorstuurde naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant.
De rechtbank heeft het beroep op 27 maart 2024 behandeld. De rechtbank beoordeelt of de inspecteur het toetsingsinkomen te hoog heeft vastgesteld. De rechtbank komt tot de conclusie dat de inspecteur het toetsingsinkomen niet te hoog heeft vastgesteld. Het toetsingsinkomen is gelijk aan het belastbare loon, dat is de bruto uitkering op grond van de Participatiewet die belanghebbende in 2020 heeft ontvangen, inclusief nabetalingen. De rechtbank stelt vast dat de regels van de loon- en inkomstenbelasting van toepassing zijn en dat deze niet toestaan om een betaling buiten aanmerking te laten.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat er niets verandert aan de beschikking zorgtoeslag 2020. Belanghebbende krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en openbaar gemaakt op 4 april 2024. Een partij die het niet eens is met deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.