ECLI:NL:RBZWB:2024:1974
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen afwijzing van bijzondere bijstand
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet-ontvankelijk verklaren van haar bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor nieuwe gordijnen, welke door het college op 5 april 2023 werd afgewezen. Het college verklaarde het bezwaarschrift van eiseres niet-ontvankelijk met een besluit op 15 juni 2023. De rechtbank heeft het beroep op 8 februari 2024 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat eiseres te laat bezwaar heeft gemaakt, aangezien de termijn voor indienen op 17 mei 2023 eindigde en zij pas op 19 mei 2023 bezwaar maakte. De rechtbank moet beoordelen of deze termijnoverschrijding aan eiseres kan worden toegerekend. Eiseres heeft aangevoerd dat zij door haar psychische stoornis en behandeling niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank oordeelt dat eiseres voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat was om op tijd bezwaar te maken en dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet het college het griffierecht aan eiseres vergoeden en haar reiskosten vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. T.I. van Term, rechter, in aanwezigheid van mr. H.D. Sebel, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2024.