ECLI:NL:RBZWB:2024:1970
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2024, wordt het beroep van belanghebbende, een B.V. uit [plaats], tegen de ontvanger van de belastingdienst behandeld. Het beroep betreft de in rekening gebrachte vervolgingskosten bij de aanslag vennootschapsbelasting 2018. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 365,- niet is betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien belanghebbende geen goede reden heeft gegeven voor het verzuim. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en heeft hem de gelegenheid gegeven om dit te betalen. Ondanks deze waarschuwingen heeft belanghebbende het griffierecht niet op tijd voldaan. De rechtbank concludeert dat het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.