ECLI:NL:RBZWB:2024:1961
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, wat betekent dat er geen goede reden is gegeven voor het verzuim.
De griffier heeft de belanghebbende op 21 juni 2023 en opnieuw op 16 oktober 2023, via aangetekende brieven, gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht. De laatste brief is op 20 oktober 2023 bezorgd, maar de belanghebbende heeft het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging voor het niet betalen is gegeven, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank benadrukt dat het niet-ontvankelijk verklaren van het beroep betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.