ECLI:NL:RBZWB:2024:1960
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden voldaan om een beroep in te stellen. De griffier heeft de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar de belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het niet tijdig betalen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende op 14 september 2023 en opnieuw op 13 oktober 2023 is geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en de termijn voor betaling. Ondanks deze waarschuwingen heeft de belanghebbende het griffierecht niet betaald. De rechtbank concludeert dat er geen goede reden is gegeven voor het verzuim en dat het beroep daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.