ECLI:NL:RBZWB:2024:1957
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien de griffier de belanghebbende herhaaldelijk heeft gewezen op de verplichting tot betaling.
De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden voldaan binnen de door de griffier gestelde termijn. Ondanks meerdere aanmaningen, waaronder een aangetekende brief, heeft de belanghebbende nagelaten het griffierecht te betalen. De rechtbank concludeert dat er geen goede reden is gegeven voor het verzuim, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig betalen van griffierechten in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. De rechtbank besluit dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.