Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende op het adres [woonadres] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. J.J.J. van Rijsbergen advocaat te Breda, (Postbus 4650, 4803 ER Breda),
hierna te noemen: de klager.
1.De procedure
- de kennisgevingen van inbeslagname op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 23 augustus 2022 ter uitvoering van het Europees Onderzoeksbevel (hierna te noemen: EOB) van de Belgische autoriteiten onder klager in beslag is genomen:
- het klaagschrift, ingediend op 10 november 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het verweerschrift van de officier van justitie;
- de beschikking van de enkelvoudige raadkamer van 19 december 2022;
- de beschikking van de Hoge Raad van 4 juli 2023;
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).