Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 5 augustus 2023 onder klager in beslag is genomen: een geldbedrag ter hoogte van € 7.500 (hierna te noemen: het geldbedrag);
- het klaagschrift, ingediend op 29 augustus 2023 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het verweerschrift van de officier van justitie; en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
- gelast de teruggave van het geldbedrag ter hoogte van € 5.000 aan klager;
- gelast de teruggave van het geldbedrag ter hoogte van € 2.500 aan de redelijkerwijs [rechthebbende] .
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).