Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 maart 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Inleiding
9 augustus 2023 tegen de definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag van 6 juli 2023 over de jaren 2005 tot en met 2019.
Beoordeling door de rechtbank
9 augustus 2023. Verweerder moet binnen zes weken beslissen, gerekend vanaf het moment waarop de bezwaartermijn voorbij is. Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder had dus uiterlijk op 9 november 2023 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft verweerder op 22 december 2023 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
€ 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom betaald moet worden. [4]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- stelt de door verweerder te betalen dwangsom vast op € 1.442,-;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiser;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiser moet vergoeden.