ECLI:NL:RBZWB:2024:1768

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
15 maart 2024
Zaaknummer
9893696 _ MB VERZ 22-510
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete en proceskostenvergoeding in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 februari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan een B.V. De boete was opgelegd wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de A27 op 18 november 2020. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die de oorspronkelijke beschikking had vernietigd. De gemachtigde, mr. I.N.D.J. Rissema, heeft het beroep ingesteld bij de kantonrechter, maar de betrokkene en de gemachtigde zijn niet verschenen op de zitting.

Tijdens de zitting heeft de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, het verzoek gedaan om het beroep ongegrond te verklaren. De gemachtigde heeft betoogd dat er geen samenhang is tussen de verschillende zaken en dat de proceskostenvergoeding niet correct was vastgesteld. De kantonrechter heeft de argumenten van de gemachtigde niet overtuigend gevonden en heeft geoordeeld dat de officier van justitie een terechte beslissing heeft genomen. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en de proceskostenvergoeding bevestigd.

De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. De uitspraak benadrukt het belang van correcte procesvoering en de noodzaak om tijdig beroep in te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 9893696 \ MB VERZ 22-510
CJIB-nummer : 8062 5422 3786 4255
uitspraakdatum : 19 februari 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. I.N.D.J. Rissema (Bezwaartegenverkeersboetes.nl)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft de beschikking vernietigd. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 februari 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de A27 (ter hoogte van hectometerpaaltje 31.6 links) op 18 november 2020 om 20:04 uur.
Gemachtigde heeft aangevoerd dat er beroep tegen de toegekende kostenvergoeding wordt ingesteld. Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat er geen sprake is van samenhang tussen de verschillende zaken zoals de officier van justitie heeft beslist, gelet op het feit dat de gedragingen op verschillende momenten hebben plaatsgevonden en in sommige zaken verzuimbrieven zijn verstuurd. Gemachtigde verzoekt de beslissing van de officier van justitie te vernietigen en de proceskostenvergoeding vast te stellen met toepassing van de juiste wegingsfactor. Gemachtigde stelt een heel punt te moeten krijgen voor de hoorzitting in plaats van 0,5.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Aangezien er sprake was van een telefonische hoorzitting mag het punt gehalveerd worden gelet op de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (zie: ECLI:NL:GHARL:2021:7004).

Overwegingen

Gemachtigde heeft aangegeven het niet eens te zijn met de door de officier van justitie vastgestelde proceskostenvergoeding.
De kantonrechter is het met de zittingsvertegenwoordiger eens dat de officier van justitie een terechte beslissing heeft genomen en een juiste proceskostenvergoeding heeft toegekend. De kantonrechter ziet in wat gemachtigde heeft aangevoerd geen aanleiding om een aangepaste proceskostenvergoeding toe te kennen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E.I. Beudeker, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: