ECLI:NL:RBZWB:2024:1534

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
10401111 CV EXPL 23-768
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op non-conformiteit bij de aankoop van een tweedehands auto

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser, een consument, een vordering ingesteld tegen gedaagde, een vennootschap onder firma die zich bezighoudt met de handel in en reparatie van auto’s. De zaak betreft een beroep op non-conformiteit van een tweedehands BMW 545i die eiser op 24 december 2022 heeft gekocht. Eiser heeft de auto gekocht zonder garantie en na een korte proefrit van negen minuten. Drie weken na de aankoop heeft eiser klachten geuit over de auto, waarna een diagnose door een derde partij heeft aangetoond dat er ernstige motorproblemen waren. Eiser vorderde schadevergoeding voor de herstelkosten en andere gerelateerde kosten, maar de kantonrechter oordeelde dat eiser onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de staat van de auto voor de aankoop. De rechter concludeerde dat eiser, gezien de leeftijd en kilometerstand van de auto, had moeten verwachten dat er gebreken konden zijn. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 28 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10401111 CV EXPL 23-768
Vonnis van 28 februari 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. S. Yadegari,
tegen
de vennootschap onder firma
[gedaagde],
kantoorhoudende te [plaats 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. O.R. van Hardenbroek van Ammerstol.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 juni 2023 met de daarin genoemde processtukken;
- de akte overlegging producties tevens beperking van eis van [eiser] ;
- de mondelinge behandeling van 30 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de akte uitlaten producties van [gedaagde]
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is een bedrijf dat zich volgens de Kamer van Koophandel bezighoudt met de handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s.
2.2.
[gedaagde] heeft een BMW 545i met [kenteken] (hierna: de auto) te koop aangeboden voor een bedrag van € 8.450,00. Het betrof een auto uit 2004 met een kilometerstand van ongeveer 250.000.
2.3.
Op 24 december 2022 heeft [eiser] een proefrit gemaakt in de auto en heeft hij deze geïnspecteerd. Dit deed hij samen met zijn broer, die BMW monteur is. [eiser] heeft de auto diezelfde dag nog gekocht voor een bedrag van € 7.760,00, zonder garantie. Hij heeft de auto direct mee naar huis genomen.
2.4.
Drie weken later, op 14 januari 2023, heeft [eiser] telefonisch bij [gedaagde] geklaagd over een tikkend geluid bij een warme motor. Op 30 januari 2023 is door de gemachtigde van [eiser] een ingebrekestelling verstuurd naar [gedaagde] Daarin wordt vermeld dat de motor en de drijfstanglagers kapot zijn en dat de auto niet meer rijdt. In de ingebrekestelling wordt [gedaagde] een termijn van zeven dagen na dagtekening van de brief gegeven om tot herstel van de auto over te gaan. [gedaagde] heeft de auto niet hersteld.
2.5.
Renova Roosendaal (hierna: Renova) heeft op 7 maart 2023 een diagnose gesteld. In haar rapport staat het volgende:
“Auto aangeboden met klacht: Tikkend geluid bij warme motor
Klacht beoordeeld en geconstateerd. Luide tik hoorbaar welke mee varieert met
motortoerental- motor op bedrijfstemperatuur. Verder diagnose benodigd.
Uitgevoerde werkzaamheden:
- Controle storingsgeheugen, er zijn storingen opgeslagen echter niet relevant aan
storingsbeeld.
- Demontage nokkenassensor — metaalaanslag zichtbaar
- Demontage oliefilter — metaalslijpsel zichtbaar, grove stukken kleur lagering.
- Demontage kleppendeksel — spanning distributie gecontroleerd, oorzaak niet thv
cilinderkop of daar gemonteerde delen.
Opvallend: sporen van eerdere ondeugdelijke reparaties geconstateerd, echter geen
causaal verband met actieve storing.
- Demontage carter — defect lager geconstateerd aan krukas door gebrek aan smering.
Conclusie: motor (mechanische) schade. Gezien hoeveelheid slijpsel luid het reparatieadvies;
• Nieuwe motor monteren — offerte grosso modo opgesteld”
2.6.
Bij brief van 21 maart 2023 heeft de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] geïnformeerd dat [eiser] de auto door een derde zal laten herstellen en dat de kosten daarvan op haar zullen worden verhaald.
2.7.
Inmiddels heeft [naam] uit [plaats 2] (hierna: [naam] ) de motor van de auto gereviseerd voor een bedrag van € 6.404,96. Op zijn factuur van 25 mei 2023 heeft [naam] nog de volgende bevindingen genoteerd:
“Oude motor is kapot gelopen door verstoppingen van vloeibare pakking.
Op de foto’s die ik gestuurd heb kun je het overtollige gebruik van vloeibare pakking zien.
Als de monteur die er voorheen aan gewerkt heeft gewoon nieuwe pakkingen had besteld was dit niet gebeurt.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – kort gezegd – dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot het betalen van:
  • de kosten van herstel door een derde van € 7.750,00;
  • de kosten van drie maanden motorrijtuigenbelasting en verzekeringspremie van de auto van € 513,24, omdat [eiser] daar in die periode geen gebruik van kon maken;
  • de extra kosten van € 602,36;
  • de buitengerechtelijke incassokosten van € 922,63;
  • de wettelijke rente over de hiervoor genoemde bedragen vanaf de dag van aankoop van de auto (24 december 2022) tot de datum van herstel;
  • de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen van [eiser] .
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] stelt zich op het standpunt, dat de auto die door [gedaagde] aan hem is geleverd, niet beantwoordt aan de koopovereenkomst die partijen hebben gesloten. Volgens [eiser] is sprake van gebreken, die [gedaagde] heeft verzwegen en die al bij de aankoop aanwezig waren. [gedaagde] betwist dit.
4.2.
[eiser] verwijst vanwege zijn vordering naar artikel 7:17 BW. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Voor een auto houdt dat in beginsel in dat men daarmee moet kunnen rijden/aan het verkeer deelnemen.
4.3.
Op grond van artikel 7:17 lid 5 BW is geen sprake van non-conformiteit als de koper bij de totstandkoming van de koopovereenkomst met het gebrek bekend was dan wel redelijkerwijs bekend kon zijn. Dit betekent dat op de koper een onderzoeksplicht kan rusten. Aangezien het in dit geval om een consumentenkoop gaat, brengt richtlijnconforme interpretatie mee dat deze onderzoeksplicht restrictief moet worden uitgelegd, nu artikel 2 lid 3 van de Richtlijn consumentenkoop (Richtlijn 1999/44/EG) spreekt over een gebrek dat de consument ten tijde van de contractsluiting bekend was of 'redelijkerwijs niet onbekend kon zijn'.
4.4.
Op grond van de informatie die door [gedaagde] is verstrekt, wist [eiser] dat het een tweedehands auto van 19 jaar oud betrof met een kilometerstand van ongeveer 250.000. Verder staat vast dat [eiser] de auto voor een bedrag van € 7.760,00 en zonder garantie heeft gekocht. Onder deze omstandigheden rustte op [eiser] een onderzoeksplicht. [1] Het ligt immers niet voor de hand dat een auto met dergelijke eigenschappen geheel vrij van gebreken is. Niet is gesteld of gebleken dat [gedaagde] mededelingen heeft gedaan over de auto die dit anders maken. [gedaagde] heeft verklaard dat zij de auto voorafgaand aan de verkoop heeft laten keuren en dat uit die keuring geen gebreken naar voren zijn gekomen. Vast staat echter dat [gedaagde] die informatie ten tijde van de verkoop niet met [eiser] heeft gedeeld. [eiser] was daar bij het sluiten van de koopovereenkomst dus niet van op de hoogte.
4.5.
Dan is vervolgens de vraag of [eiser] , onder de hiervoor genoemde omstandigheden, voldoende onderzoek heeft gedaan voordat hij de auto kocht. Dit is niet het geval. [eiser] heeft zelf verklaard dat hij een korte proefrit van negen minuten heeft gemaakt. Die negen minuten waren volgens [eiser] wel te kort om de motor warm te laten lopen, maar hij was tevreden over de auto. Verder heeft de broer van [eiser] onder de motorkap van de auto gekeken, maar daarover verklaart [eiser] dat het geen grondige inspectie was. Dat kon volgens [eiser] ook niet, omdat er geen autobrug aanwezig was. Door dan vervolgens een aankoopkeuring achterwege te laten en de auto zonder garantie en daardoor met een korting van bijna € 700,00 op de vraagprijs, direct te kopen, kan niet worden geoordeeld dat de auto niet voldeed aan hetgeen [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Gesteld noch gebleken is dat het door [eiser] gestelde gebrek niet aan het licht zou zijn gekomen als [eiser] een uitgebreider onderzoek had laten verrichten. Daarbij is mede van belang de stelling van [eiser] [2] , dat Abeelen heeft verklaard dat een bmw specialist bij een inspectie het gestelde gebrek wel zou hebben gezien.
4.6.
Daarnaast kent de kantonrechter betekenis toe aan het feit dat [eiser] in de periode van drie weken na de aankoop van de auto tot aan de geconstateerde problemen circa 2.500 km met de auto heeft gereden.
4.7.
Er komt [eiser] op grond van het voorgaande geen beroep toe op non-conformiteit. De vorderingen van [eiser] zullen daarom worden afgewezen.
4.8.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden vastgesteld op:
- salaris gemachtigde
847,50
(2,50 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(maximaal tarief)
Totaal
982,50

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 982,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Burgt en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2024.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld het arrest van het Hof ’s-Hertogenbosch van 19 oktober 2021 (ECLI:NL:GHSHE:2021:3152).
2.Zie punt 7 in de akte aanvullende producties tevens beperking van eis zijdens [eiser] .