Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 maart 2024 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder
[natuurvereniging]uit [plaats 2] ( [natuurvereniging] ).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Conclusie en gevolgen
€ 1.750,00 + € 3.297,25 = € 5.047,25.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 14 juli 2023;
- draagt het college op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 184,- aan eisers moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 5.047,25 aan proceskosten aan eisers.
mr.S.A. de Roo, griffier, op 5 maart 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Informatie over hoger beroep
Groengebied: Een gebied met een duidelijke ruimtelijke samenhang en begrenzing, waarin zich meerdere bomen bevinden en dat een uitgesproken groene functie heeft en/of specifiek is ingericht ten behoeve van een kwalitatieve verblijfservaring in het groen.
Waardevolle houtopstanden: Houtopstanden die op basis van aanwezige waarde(n) worden beschouwd als behoudenswaardig en/of houtopstanden die zijn/moeten worden aangeplant op basis van een herplantplicht.
Het college wijst houtopstanden aan als Waardevolle houtopstanden, mits de conditie en de groeiruimte van de houtopstand aanvaardbaar zijn en de houtopstand beschikt over één of meer van de volgende waarden:
Cultuurhistorie;
Stedenbouw en/of landschap;
Ecologie;
Klimaat;
Dendrologie.
Het college kan zowel ambtshalve als op verzoek van een belanghebbende besluiten tot het aanwijzen van Waardevolle houtopstanden, mits:
De houtopstand zich niet bevindt binnen in artikel 4:18 genoemde afstand tot de erfgrens als bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij er sprake is van verjaring van het recht om de verwijdering te vorderen, en
wordt voldaan aan artikel 4:8, lid 1.
Een verzoek of het ambtshalve voornemen, als bedoeld in lid 1, wordt
door de aanvrager voorzien van een deugdelijke motivering waaruit blijkt dat de houtopstand(en) beschikt over één of meer van de waarden als bedoeld in artikel 4:8 lid 1;
op de gebruikelijke wijze openbaar bekend gemaakt;
aan de eigenaar zo spoedig mogelijk bekend gemaakt en daarbij wordt de eigenaar in de gelegenheid gesteld daarop een reactie kenbaar te maken, indien deze niet zelf om de aanwijzing heeft verzocht.
Het is verboden om Waardevolle houtopstanden, als bedoeld in artikel 4:8, te (doen) vellen.
Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het verbod uit artikel 4:10 door het verlenen van een omgevingsvergunning voor het (doen) vellen van Waardevolle houtopstanden.
De bestuursrechter kan, indien toepassing van het derde lid niet mogelijk is, het bestuursorgaan opdragen een nieuw besluit te nemen of een andere handeling te verrichten met inachtneming van zijn aanwijzingen. Daarbij kan hij:
bepalen dat wettelijke voorschriften over de voorbereiding van het nieuwe besluit of de andere handeling geheel of gedeeltelijk buiten toepassing blijven;
het bestuursorgaan een termijn stellen voor het nemen van het nieuwe besluit of het verrichten van de andere handeling.
De bestuursrechter is bij uitsluiting bevoegd een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter, en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede, vierde en vijfde lid, zijn van toepassing. Een natuurlijke persoon kan slechts in de kosten worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling als bedoeld in de eerste volzin uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop bij de uitspraak het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.
kosten van een getuige, deskundige of tolk die door een partij of een belanghebbende is meegebracht of opgeroepen, dan wel van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht, (…)