ECLI:NL:RBZWB:2024:1459
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag omgevingsvergunning voor de realisatie van een carport
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de realisatie van een carport beoordeeld. Eiser had op 12 juli 2022 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland op 14 december 2022 werd afgewezen. Het college handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit van 4 juli 2023, waarop eiser in beroep ging. De rechtbank behandelt de zaak en constateert dat het college de aanvraag niet voldoende heeft gemotiveerd en dat er mogelijk sprake is van een vergunning van rechtswege, omdat het college niet tijdig op de aanvraag heeft beslist. De rechtbank oordeelt dat het college niet voldoende heeft onderbouwd waarom de omgevingsvergunning is geweigerd, vooral gezien het feit dat er geen duidelijke motivering is gegeven voor de afwijzing van de aanvraag voor de carport met dak, terwijl een vergunning voor een carport zonder dak wel is verleend. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens moet het college het griffierecht en proceskosten aan eiser vergoeden.