Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Drimmelen.
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
,waaronder met name de keuken, de badkamer en het overige sanitair en dat daarom de WOZ-waarde moet worden verlaagd. De rechtbank overweegt dat op basis van de stukken in het dossier niet kan worden beoordeeld of de keuken, badkamer en het overige sanitair in een slechtere staat verkeren of ouder zijn dan de keukens en badkamers van de referentiewoningen. Belanghebbende heeft daar geen aanvullende gegevens zoals foto’s van overgelegd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat door de heffingsambtenaar diverse malen is verzocht om foto’s op te sturen. Belanghebbende heeft aan deze verzoeken geen gehoor gegeven. De heffingsambtenaar is er daarom vanuit gegaan dat de woning in een gemiddelde staat van onderhoud en kwaliteit verkeerd. Door belanghebbende is onvoldoende aangevoerd om tot de conclusie te komen dat de heffingsambtenaar daarmee de voorzieningen van zijn woning te hoog zou hebben vastgesteld.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af.