Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
- [adres 1] te [plaats], een vrijstaande woning uit 1900 met een inhoud van 373 m3, voorzien van een aanbouw, twee bergingen en een overkapping op een perceel van 835 m2.
- [adres 2] , te [plaats] ,een appartement uit 1950 met een oppervlakte van 101 m2.
3.Beoordeling door de rechtbank
4.Overwegingen
6.Conclusie en gevolgen
- verklaart het beroep met zaaknummer BRE 22/1719 ongegrond;
- verklaart het beroep met zaaknummer BRE 22/1720 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar zover deze betrekking heeft op [adres 2] ;
- vermindert de WOZ-waarde van [adres 2] tot een bedrag van € 207.000;
- verlaagt de aanslag OZB ten aanzien van [adres 2] dienovereenkomstig;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 30;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 70;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 2.370 aan proceskosten aan belanghebbende.
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.