3.2Ten slotte is geen sprake van dringende redenen om in eisers geval een tijdelijke ontheffing te verlenen van de arbeidsverplichtingen. In het medisch advies komt de adviseur tot de conclusie dat een arbeidsinzet van twee tot vier uur per dag voor eiser mogelijk moet zijn. Op basis van deze conclusie is het college van mening dat zij mochten overgaan tot het opleggen van de arbeidsverplichtingen. Er zijn geen dringende redenen om eiser (opnieuw) te ontheffen van de arbeidsverplichtingen.
4. Eiser stelt zich op het standpunt dat het college ten onrechte de arbeids- en re-integratieverplichtingen aan hem heeft opgelegd. Eiser ontving eerder wel een vrijstelling van de arbeids- en re-integratieverplichtingen, terwijl zijn ziektebeeld ongewijzigd is gebleven. Het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd en ongefundeerd. Ook verzoekt eiser om toekenning van een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
5. Op grond van artikel 9, eerste lid, van de Participatiewet is de belanghebbende van 18 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, vanaf de dag van melding als bedoeld in artikel 44, tweede lid, verplicht:
naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, te verkrijgen, deze te aanvaarden en te behouden, waaronder begrepen registratie als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 30b, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en, indien van toepassing, mee te werken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a;
naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
Het tweede lid bepaalt dat, indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, het college in individuele gevallen tijdelijk ontheffing kan verlenen van een verplichting als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c.
Ingevolge het vijfde lid van artikel 9 van de Participatiewet zijn de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid onder a, b en c, niet van toepassing op de belanghebbende die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).