ECLI:NL:RBZWB:2024:1135

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 januari 2024
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10752680 _ MB VERZ 23-1093
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete wegens niet-verzekeren van een bromfiets met omstandigheden van overmacht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen omdat zij haar bromfiets niet had verzekerd, terwijl deze op haar naam stond. Betrokkene stelde dat haar scooter kapot was en dat zij niet in staat was om deze te verzekeren of over te dragen aan een nieuwe eigenaar, omdat zij haar tenaamstellingscode kwijt was. Ze had wel pogingen ondernomen om de scooter te verkopen en had contact gehad met een reparateur, maar de tenaamstellingscode was nog niet binnen op het moment van de boete.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10752680 \ MB VERZ 23-1093
CJIB-nummer: 1062 5422 5380 9131
uitspraakdatum: 26 januari 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 januari 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven:
voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden, geconstateerd via de RDW-registercontrole op 3 oktober 2022 om 17:08 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. De scooter van betrokkene was kapot en kon niet meer rijden. Betrokkene heeft contact gezocht met een reparateur, [naam] te [plaats] , die aangaf dat de scooter niet meer te repareren was, maar dat de scooter voor hem nog € 100,- waard was. Betrokkene is akkoord gegaan, maar kon de scooter niet op naam van de koper zetten aangezien betrokkene haar tenaamstellingscode kwijt was. Deze heeft betrokkene via Mijn Kentekenloket direct aangevraagd op 30 september 2022, wat te zien is aan de brief in de bijlage. Betrokkene was op de pleegdatum bezig met haar documenten aan te vragen om de scooter over te schrijven. Op 10 oktober 2022 was de tenaamstellingscode nog niet binnen. Betrokkene stelt er niets aan te kunnen doen dat zij de scooter niet over kon dragen naar een andere eigenaar. Het is buiten haar macht om gegaan dat dit zo lang heeft geduurd en dat er een boete voor is gegeven. De scooter is niet gebruikt en stond de gehele tijd achter slot en grendel bij de scooterzaak.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene is als kentekenhouder verantwoordelijk. Zolang het voertuig op naam van betrokkene stond, moest het voertuig worden verzekerd. Dit geldt ook als het voertuig niet wordt gebruikt of als de tenaamstellingscode nog niet binnen is. De gedraging dient voor eigen risico te komen. Uit de RDW-gegevens blijkt dat het voertuig vooralsnog van 10 tot 17 oktober 2022 verzekerd was en dat het voertuig vanaf 17 oktober 2022 niet meer op naam van betrokkene stond. Betrokkene heeft dus wel moeite gedaan om de situatie in orde te maken. Voorts stelt de zittingsvertegenwoordiger dat de hoorplicht in de fase van administratief beroep is geschonden. Betrokkene had toen het recht om gehoord te worden, maar betrokkene is hier niet op gewezen. Gelet op deze schending van de hoorplicht is de zittingsvertegenwoordiger van mening dat de sanctie met 25% gematigd dient te worden.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Een voertuig dient te worden verzekerd of te worden geschorst. Dit geldt ook als het voertuig onbruikbaar is. Als men dat niet doet komt dat in beginsel voor rekening en risico van de kentekenhouder.
De boete is dus in zoverre terecht opgelegd.
Betrokkene heeft, zonder tussenkomst van een gemachtigde, beroep aangetekend bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft betrokkene niet in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Dit is in strijd met de wet, omdat niet is voldaan aan de wettelijke voorwaarden om van horen af te zien. Volgens vaste rechtspraak dient dit te leiden tot vernietiging van de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep. Het beroep tegen die beslissing is om die reden gegrond.
De kantonrechter ziet verder reden de boete te matigen met 25%, omdat sprake is van een structurele schending van de hoorplicht (zie het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2022:9934).
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd aanleiding om de boete nog verder te matigen. Daarbij is van belang dat betrokkene reeds vóór de pleegdatum inspanningen heeft verricht om de scooter over te dragen en kort daarna de scooter opnieuw verzekerd, al was het maar voor één week, totdat de tenaamstelling van de scooter kon worden overgezet. De boete zal daarom worden gematigd tot de helft.
Het beroep is gelet hierop gedeeltelijk gegrond en de inleidende beschikking zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep gegrond en vernietigt die beslissing;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gedeeltelijk gegrond en wijzigt de inleidende beschikking in zoverre dat het bedrag van de boete wordt gewijzigd in
€ 185,-, plus € 9,- administratiekosten;
- draagt de officier van justitie op het bedrag van € 40,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: