ECLI:NL:RBZWB:2023:9191

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
28 december 2023
Zaaknummer
10408146 \ CV EXPL 23-977
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over facturen en de zorgplicht van een advocaat in een overeenkomst van opdracht

In deze zaak gaat het om een geschil tussen eisers en VOI Advocaten B.V. over de facturering van juridische diensten. Eisers hebben VOI Advocaten ingeschakeld voor werkzaamheden met betrekking tot een mogelijke strafrechtelijke aangifte, maar zijn het niet eens met het aantal in rekening gebrachte uren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst van opdracht op 25 juli 2022 is gesloten, waarbij een depot van € 10.000 is betaald door eisers. VOI Advocaten heeft verschillende facturen gestuurd, maar eisers betwisten de hoogte van de facturen en stellen dat er te veel uren in rekening zijn gebracht. De kantonrechter heeft de argumenten van beide partijen gehoord en geconcludeerd dat VOI Advocaten de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen. De kantonrechter oordeelt dat de in rekening gebrachte uren niet bovenmatig zijn en dat er geen tekortkoming is in de uitvoering van de opdracht. De vorderingen van eisers worden afgewezen en zij worden veroordeeld in de proceskosten van VOI Advocaten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10408146 \ CV EXPL 23-977
Vonnis van 27 december 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

te [plaats] ,
2.
[eiser 2],
te [plaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
procederend in persoon,
tegen
VOI ADVOCATEN B.V.,
te Breda,
gedaagde partij,
hierna te noemen: VOI Advocaten,
gemachtigde: mr. J. van Baaren.

1.De zaak in het kort

[eisers] heeft VOI Advocaten ingeschakeld om werkzaamheden te verrichten in verband met een (eventuele) strafrechtelijke aangifte. [eisers] is het niet eens met het aantal uren dat VOI Advocaten in rekening heeft gebracht voor haar werkzaamheden.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 7 juni 2023 met de daarin genoemde stukken;
  • de op 26 september 2023 door de griffie ontvangen aanvullende producties van VOI Advocaten;
  • de spreekaantekeningen van VOI Advocaten;
  • de mondelinge behandeling van 3 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Partijen hebben op 25 juli 2022 een overeenkomst van opdracht gesloten voor werkzaamheden in verband met een (eventuele) strafrechtelijke aangifte. In deze overeenkomst staat onder meer:
“Hierbij bevestigen wij de overeenkomst van opdracht. De bijgevoegde algemene voorwaarden (bijlage) zijn hierop van toepassing.
1. U heeft ons gevraagd om bijstand in verband met een (eventuele) strafrechtelijke aangifte.
2. Ten aanzien van artikel 2 van de algemene voorwaarden geldt dat mr. 1. [advocaat 1] in deze zaak de verantwoordelijk advocaat is. Hij zal deze zaak samen doen met mr. CV. [advocaat 2] . Beiden kunnen ook andere aan het kantoor verbonden medewerkers inschakelen.
3. Wij bespraken dat voor de behandeling van uw zaak geen aanspraak gemaakt wordt op toevoeging of gefinancierde rechtsbijstand.
4. In aanvulling op artikel 18 van de algemene voorwaarden gelden uurtarieven die (excl. btw) uiteenlopen van € 100 tot en met € 400, afhankelijk van wie in het kader van deze opdracht werkzaamheden verricht.
5. Het depot voor de behandeling van uw zaak is vastgesteld op € 10.000”.
3.2.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van VOI Advocaten van toepassing. Hierin staat onder meer:
“19. VOI advocaten is bevoegd om, alvorens de werkzaamheden in verband met de overeenkomst aan te vangen, betaling van een depot te verlangen. Het depot dient ter dekking van de lopende kosten en wordt in beginsel niet verrekend met tussentijdse declaraties, wel met de slotdeclaratie. (…)
23. Indien een declaratie van VOI advocaten niet binnen de afgesproken betalingstermijn wordt voldaan, is opdrachtgever over het declaratiebedrag een rente verschuldigd van 1% per maand. Indien ook na aanmaning betaling uitblijft van (enig deel van) de declaratie, zijn buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd van 15% over het totale openstaande bedrag met een minimum van € 250,00. VOI advocaten kan de incasso uitbesteden aan een derde. Bovendien heeft VOI advocaten in dat geval ook het recht haar werkzaamheden op te schorten. In geval van een opschorting van de
werkzaamheden door VOI advocaten wordt dat schriftelijk aan de opdrachtgever medegedeeld.”.
3.3.
In een brief van 25 juli 2022 van VOI Advocaten aan [eisers] staat onder meer:
“Vanwege de nog te verrichten werkzaamheden spraken wij af dat u ter voorlopige dekking van de daaraan verbonden kosten een depotbetaling zal doen van € 10.000.”.
3.4.
[eisers] heeft een depot van € 10.000,00 aan VOI Advocaten betaald.
3.5.
VOI Advocaten heeft een factuur opgesteld op 2 augustus 2022 ( [factuurnummer 1] ) voor in totaal een bedrag van € 1.694,00 inclusief btw. De tijd die hierbij in rekening is gebracht is 1:42 uur voor [advocaat 1] en 1:48 uur voor [advocaat 2] tegen een uurtarief van € 400,00. De in rekening gebrachte werkzaamheden bestaan uit een bespreking en correspondentie.
3.6.
Op 12 augustus 2022 is de aangifte bij het Openbaar Ministerie ingediend.
3.7.
VOI Advocaten heeft een creditfactuur opgesteld op 8 september 2022 ( [factuurnummer 2] ) voor in totaal een bedrag van € 218,01. Op deze creditfactuur staat:
“Hierbij doen wij een creditdeclaratie toekomen. Het bedrag kunt u in mindering brengen op [factuurnummer 1] .”.
3.8.
VOI Advocaten heeft een factuur opgesteld op 8 september 2022 ( [factuurnummer 3] ) voor in totaal een bedrag van € 9.680,00 inclusief btw. De tijd die hierbij in rekening is gebracht is 2:42 uur voor [advocaat 1] en 18:42 uur voor [advocaat 2] tegen een uurtarief van € 400,00. Daarbij is nog een bedrag van € 560,00 in mindering gebracht op de factuur als tegemoetkoming. De in rekening gebrachte werkzaamheden bestaan uit bestuderen stukken, intern overleg, correspondentie, telefoon, opstellen / redigeren.

4.Het geschil

4.1.
[eisers] vordert - samengevat - betaling van € 6.292,00, vermeerderd met rente en kosten. [eisers] legt hieraan ten grondslag dat VOI Advocaten toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst. Volgens [eisers] zijn er in totaal 13 uren te veel in rekening gebracht, want deze uren staan niet in verhouding tot de verrichte werkzaamheden. Er is onnodig tijd van twee senioren in rekening gebracht, bijvoorbeeld voor het intakegesprek op kantoor en voor intern overleg. Deze werkzaamheden hadden ook door één advocaat kunnen worden verricht of met een aangepast uurtarief. Daarnaast mag je verwachten dat iemand met ervaring en een hoger uurtarief over het algemeen sneller werkt dan iemand met een lager uurtarief. Ook is er te veel tijd in rekening gebracht voor het opstellen, aanpassen en analyseren van de documenten, want veel tekstuele aanpassingen zijn gebaseerd op het overtypen van wat [eisers] zelf heeft ingebracht en dat kon één-op-één worden overgenomen. Verder was [eisers] in de veronderstelling dat het bedrag van € 10.000,00 een vooruitbetaling was en dat er nog een deel van het depot terugbetaald zou worden, maar toen de aangifte bij het Openbaar Ministerie (OM) was ingediend bleek dat de uren de pan waren uitgerezen. VOI Advocaten heeft niet tussentijds gewaarschuwd, waardoor er ook niet meer bijgestuurd kon worden in de kosten. Nadat [eisers] aangaf het niet eens te zijn met de facturen is VOI Advocaten gestopt met de werkzaamheden. Hierdoor heeft [eisers] uiteindelijk de vervolgprocedure zelfstandig moeten voortzetten. [eisers] is het niet eens met de interne klachtprocedure van VOI Advocaten, want de klachtbehandelaars waren minder ervaren kantoorgenoten en dat maakt de onafhankelijkheid discutabel. De door [eisers] te veel betaalde uren is schade die hij geleden heeft en hiervan wordt nu (terug)betaling gevorderd.
4.2.
VOI Advocaten voert verweer. VOI Advocaten concludeert tot
niet-ontvankelijkheid van [eisers] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisers] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure. VOI Advocaten betwist dat sprake is van een tekortkoming. VOI Advocaten voert - samengevat - aan dat zij de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen. [eisers] was vanaf het begin op de hoogte van de te hanteren uurtarieven en dat het depotbedrag ter dekking was van de nog te verrichten werkzaamheden en dat hiermee in beginsel niet tussentijds verrekend wordt. [eisers] heeft hierover tekst en uitleg gekregen en is hiermee akkoord gegaan. VOI Advocaten heeft de werkzaamheden inzake de strafrechtelijke aangifte vervolgens snel moeten verrichten, omdat het ging om meerdere strafbare feiten waarbij verjaringstermijnen speelden en de haalbaarheid daarvan eerst nog moest worden uitgezocht. Gelet op de verjaringstermijnen moesten alle werkzaamheden binnen 1,5 maand worden verricht. Ook moest er contact worden gelegd met het OM om de aangifte bij de juiste persoon te krijgen. Er was sprake van een pak papier aan handgeschreven aantekeningen en e-mailberichten met veel bijlagen waarover een oordeel gegeven moest worden. VOI Advocaten heeft niet alle uren in rekening gebracht en heeft nog een aanzienlijke korting gegeven.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Wat moet de kantonrechter toetsen?
5.1.
De kantonrechter stelt voorop dat [eisers] als opdrachtgever een overeenkomst van opdracht heeft gesloten met VOI Advocaten als opdrachtnemer. De kantonrechter begrijpt dat [eisers] met zijn vordering op grond van artikel 6:74 van het Burgerlijk Wetboek (BW) aanspraak maakt op schadevergoeding vanwege een tekortkoming van VOI Advocaten in de uitvoering van de opdracht.
5.2.
Bij de beantwoording van de vraag of VOI Advocaten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eisers] is tekortgeschoten, geldt als maatstaf dat VOI Advocaten bij de uitvoering van de opdracht de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen (artikel 7:401 BW). Daarbij is het de vraag of de opdrachtnemer, in dit geval een advocatenkantoor, heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan. Wat dit in het concrete geval betekent hangt af van alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard en inhoud van de opdracht (Hoge Raad 15 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW0727).
Wat hebben partijen afgesproken?
5.3.
Vast staat dat partijen zijn overeengekomen dat VOI Advocaten voor [eisers] verschillende werkzaamheden zou verrichten en dat [eisers] hiervoor een vergoeding verschuldigd is. Voor de vergoeding is afgesproken dat dit wordt berekend op basis van een uurtarief uiteenlopend tussen de € 100,00 tot en met € 400,00. Ook hebben partijen afgesproken dat [eisers] een depot van € 10.000,00 zou betalen en dat de werkzaamheden door twee (senior) medewerkers zouden worden uitgevoerd.
Is er sprake van een tekortkoming van VOI Advocaten?
5.4.
[eisers] stelt zich op het standpunt dat het overbodig was dat twee senior advocaten het intakegesprek hebben gedaan en dat zij overleg met elkaar in rekening hebben gebracht, maar de kantonrechter gaat hier niet in mee. De kantonrechter acht het niet ongeoorloofd dat er tijd is besteed aan intern overleg tussen de advocaten. Bovendien zijn partijen bij aanvang van de overeenkomst specifiek overeengekomen dat de zaak door twee advocaten zou worden behandeld. Dit staat duidelijk in de opdrachtbevestiging en hiermee is [eisers] akkoord gegaan. De kantonrechter begrijpt dat [eisers] nog aangeeft dat het intakegesprek bijvoorbeeld ook met één advocaat gevoerd had kunnen worden of dat bij intern overleg een lager uurtarief in rekening gebracht had kunnen worden, maar dat is niet wat partijen hebben afgesproken. Indien [eisers] dit had willen afspreken, dan had hij dit bij het aangaan van de overeenkomst of bij het intakegesprek moeten aangeven. Dat hij dit heeft gedaan is de kantonrechter niet gebleken.
5.5.
Voor zover [eisers] bedoeld heeft dat het voor hem niet duidelijk was dat de betaling van een depot van € 10.000,00 ter dekking is van de lopende kosten en waarmee tussentijdse declaraties niet worden verrekend, oordeelt de kantonrechter dat dit verweer niet op gaat. VOI Advocaten heeft gemotiveerd weersproken dat dit zowel tijdens het intakegesprek als daarna nog eens schriftelijk aan [eisers] is bevestigd. [eisers] verwijt VOI Advocaten in dit kader ook dat hij niet tussentijds op de hoogte is gehouden van de gemaakte uren. De kantonrechter overweegt dat partijen een dergelijke afspraak weliswaar niet zijn overeengekomen, maar dat het in bepaalde gevallen wel redelijk kan worden geacht. In dit geval staat vast dat partijen vooraf niet wisten of konden inschatten hoeveel uren er nodig zouden zijn voor de werkzaamheden. Wel was het duidelijk dat er binnen een zeer korte periode veel werkzaamheden moesten worden verricht gelet op de verschillende verjaringstermijnen die speelden. VOI Advocaten heeft
tijdens de gehouden mondelinge behandeling onweersproken toegelicht dat zij haar agenda heeft moeten leegmaken en andere werkzaamheden aan de kant heeft moeten zetten voor de behandeling van deze zaak. Onder al die omstandigheden is het te verwachten dat het aantal uren dan snel kan oplopen. Verder maakt de kantonrechter uit de urenoverzichten op dat in de korte periode waarin de werkzaamheden zijn verricht VOI Advocaten tussentijds meermaals contact heeft gehad met [eisers] over de zaak, zodat het voor [eisers] ook niet geheel als een verrassing kon komen dat er veel uren werden gemaakt. Gelet op de aard van de werkzaamheden en de snelheid die hierbij geboden was, is de kantonrechter van oordeel dat VOI Advocaten niet kan worden verweten dat zij niet tussentijds heeft gewaarschuwd voor oplopende kosten.
5.6.
[eisers] stelt verder dat de uren buitenproportioneel zijn gelet op de kennis en ervaring van de advocaten en omdat hij zelf minder uren nodig zou hebben gehad voor de werkzaamheden. De kantonrechter is van oordeel dat VOI Advocaten dit standpunt gemotiveerd heeft weersproken. VOI Advocaten heeft toegelicht dat de werkzaamheden niet bestaan uit alleen het één-op-één toevoegen van de aanpassingen van [eisers] , maar dat alles wat een cliënt voorlegt eerst (juridisch) moet worden beoordeeld en dat hierover een mening moet worden gevormd. Zo moest in deze zaak eerst de haalbaarheid van de aangifte worden onderzocht, waarbij rekening gehouden moest worden met verschillende verjaringstermijnen. [eisers] heeft in dit kader ook gewezen op de in rekening gebrachte tijd van 1 uur en 12 minuten voor een telefoongesprek met het OM wat hij niet reëel acht. Tijdens de gehouden mondelinge behandeling heeft VOI Advocaten echter onweersproken toegelicht dat deze in rekening gebrachte tijd wel reëel is, omdat die tijd niet alleen ziet op de duur van het telefoongesprek met het OM, maar ook op het bestuderen van de e-mailberichten van [eisers] , waarbij grote bijlagen zaten die ook moesten worden doorgenomen.
5.7.
De kantonrechter oordeelt dat gelet op de aard en de inhoud van de werkzaamheden die zijn verricht in deze korte periode, een urenaantal van in totaal bijna 25 uur niet bovenmatig is. Bovendien heeft VOI Advocaten tijdens de gehouden mondelinge behandeling aangegeven dat niet alle bestede tijd in rekening is gebracht, en dat deze soms op een nultarief is gesteld of is afgeboekt, zoals ook blijkt uit de urenstaten. Daarnaast kan uit de facturen worden opgemaakt dat er op de eerste factuur een bedrag is gecrediteerd en dat er nog een korting is gegeven op een andere factuur. Gelet op al het voorgaande had het op de weg van [eisers] gelegen om nader te onderbouwen dat deze uren bovenmatig zijn. Alleen het geven van een eigen oordeel hierover - dus wat [eisers] zelf een redelijk aantal uren vindt - is daartoe onvoldoende.
5.8.
De situatie dat [eisers] de zaak op enig moment zelf heeft voortgezet nadat VOI Advocaten gestopt was met de werkzaamheden maakt ook niet dat sprake is van een tekortkoming. VOI Advocaten mocht de werkzaamheden opschorten, omdat de facturen niet werden betaald, zoals staat opgenomen onder artikel 23 van de algemene voorwaarden.
De kantonrechter acht dit overigens ook niet onredelijk gelet op het feit dat de aangifte op dat moment al door VOI Advocaten bij het OM was ingediend.
5.9.
Voor zover [eisers] nog bedoeld heeft met zijn standpunt dat hij de onafhankelijkheid van de interne klachtenregeling bij VOI Advocaten discutabel vindt, dat sprake is van een tekortkoming, oordeelt de kantonrechter dat dit verweer niet op gaat. Een interne klachtenregeling is immers gebruikelijk bij advocatenkantoren.
5.10.
De kantonrechter concludeert dat VOI Advocaten bij het uitvoeren dan de opdracht heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan en dat er geen sprake is van een tekortkoming. Dit betekent dat de vorderingen van [eisers] moeten worden afgewezen.
5.11.
[eisers] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Deze proceskosten zijn:
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
660,00
5.12.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van [eisers] af,
6.2.
veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van VOI Advocaten tot dit vonnis vastgesteld op € 660,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op
27 december 2023.