ECLI:NL:RBZWB:2023:9083
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ambtshalve vermindering van aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot restschuld eigen woning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de afwijzing van zijn verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2019 beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van € 13.645. Het verzoek om vermindering werd afgewezen, wat leidde tot het indienen van bezwaar door belanghebbende. De rechtbank behandelt de zaak, waarbij belanghebbende niet aanwezig was op de zitting, maar wel op de hoogte was gesteld van de datum en tijd. De rechtbank concludeert dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van hypotheekrente in verband met een restschuld die is ontstaan bij de verkoop van zijn woning, omdat de verkoopdatum buiten de wettelijke regeling valt. De rechtbank oordeelt dat het vertrouwensbeginsel niet is geschonden, aangezien er geen toezegging is gedaan door de inspecteur die recht geeft op de gevraagde aftrek. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of terugbetaling van griffierecht.