1.2De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
2. Eiseres ontving sinds 10 september 2021 een bijstandsuitkering naar de norm van een alleenstaande ouder. Het college heeft een anonieme fraudemelding ontvangen waarin wordt gesteld dat eiseres negen puppy’s voor € 1.600,- per stuk aanbiedt via Marktplaats. Naar aanleiding daarvan heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Op
8 februari 2022 is door de sociale recherche een frauderapport opgemaakt.
Met het besluit van 17 februari 2022 heeft het college eiseres recht op bijstand met ingang van 1 december 2021 ingetrokken, omdat zij niet heeft gemeld dat zij inkomsten heeft uit handel. Ook heeft zij geen bewijsstukken overgelegd over de hoogte van die inkomsten. Over de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022 heeft het college een bedrag van € 2.290,48 van eiseres teruggevorderd.
Eiseres heeft op 18 maart 2022 bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Op 3 maart 2022 heeft eiseres een nieuwe aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering en op 11 april 2022 heeft er een gesprek met het college plaatsgevonden. Hierna heeft eiseres enkele stukken overgelegd. Het college heeft bij een per e-mail toegezonden brief van 11 april 2022 verzocht om aanvullende gegevens. Eiseres heeft op 12 april 2022 nog enkele stukken overgelegd, maar niet alle stukken waar het college in de brief om heeft verzocht.
Met het besluit van 25 april 2022 heeft het college de bijstandsaanvraag van eiseres afgewezen, omdat niet kan worden vastgesteld of eiseres in bijstandsbehoeftige omstandigheden verkeert.
Eiseres heeft op 4 mei 2022 bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Ook heeft eiseres op 4 mei 2022 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dat verzoek is in een uitspraak van 24 mei 2022, met zaaknummer BRE 22/2378 PW VV, afgewezen.
Met het besluit van 25 juli 2022 zijn de twee bezwaarschriften van eiseres ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft eiseres ook beroep ingesteld. Dit beroep is behandeld in het dossier met zaaknummer BRE 22/3888 PW.
Op 20 mei 2022 heeft eiseres opnieuw een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering.
Met de brief van 14 juni 2022 heeft het college aan eiseres verzocht om vóór
29 juni 2022 enkele ontbrekende gegevens te overleggen die noodzakelijk zijn voor de behandeling van haar aanvraag. Hierbij heeft het college vermeld dat als niet alle gegevens tijdig worden aangeleverd, de bijstandsaanvraag niet meer in behandeling wordt genomen.
Met het besluit van 8 juli 2022 (primair besluit) heeft het college de bijstandsaanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld, omdat onvoldoende gegevens aanwezig zijn om haar bijstandsaanvraag te beoordelen.
Eiseres heeft op 13 juli 2022 bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
3. Het college meent dat het bezwaarschrift van eiseres terecht ongegrond is verklaard. De door eiseres overgelegde stukken zijn onvoldoende om het recht op bijstand te kunnen beoordelen. De opbrengst uit de handel in puppy’s blijft onduidelijk waardoor niet met zekerheid kan worden berekend wat het vermogen van eiseres is.