ECLI:NL:RBZWB:2023:8923
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken juiste machtiging
Op 19 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 22/5662, waarin het beroep van eiseres tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Breda aan de orde kwam. Het beroep was gericht tegen de beschikking op basis van de Wet waardering onroerende zaken, die de waarde van een onroerend goed vaststelde en een aanslag onroerende zaakbelasting oplegde. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels, geen uittreksel uit het handelsregister had overgelegd, wat noodzakelijk was om de rechtsgeldigheid van de machtiging te kunnen vaststellen. De rechtbank had mr. Bartels eerder verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen, maar hij heeft enkel een machtiging ingediend zonder het vereiste uittreksel. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of de machtiging rechtsgeldig was afgegeven.
De rechtbank benadrukte dat het indienen van een machtiging en een uittreksel uit het handelsregister essentieel is wanneer iemand namens een ander beroep instelt. Het ontbreken van deze documenten leidde tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk was, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kon beoordelen en het bestreden besluit in stand bleef. De rechtbank wees ook de verzoeken om immateriële schadevergoeding en proceskostenvergoeding af, omdat mr. Bartels niet bevoegd was om namens de belanghebbende op te treden zonder de juiste machtiging.
De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag en partijen werden geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.