ECLI:NL:RBZWB:2023:8919
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in belastingzaak na intrekking beroep
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 december 2023, wordt het verzoek van de belanghebbende om een proceskostenveroordeling tegen de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De belanghebbende had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de inspecteur van 20 oktober 2022, maar trok dit beroep in. De rechtbank heeft de inspecteur in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop de inspecteur positief heeft gereageerd.
De rechtbank overweegt dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener tegemoetkomt, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft de inspecteur op 17 februari 2023 aangegeven dat hij aan de belanghebbende tegemoetkomt, wat de rechtbank bevestigt. De belanghebbende heeft verzocht om een proceskostenvergoeding van € 6.307,39, welke door de inspecteur is erkend.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en oordeelt dat de inspecteur het bedrag van € 6.307,39 aan proceskosten aan de belanghebbende moet vergoeden. Daarnaast moet de inspecteur ook het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.