ECLI:NL:RBZWB:2023:8916
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van de inspecteur tot betaling van proceskosten in belastingzaak
Op 19 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de belastingdienst. De belanghebbende had zijn beroepen tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2015 en 2016 ingetrokken. Dit gebeurde naar aanleiding van besluiten van de inspecteur van 1 en 16 december 2022. De rechtbank heeft de inspecteur in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek van de belanghebbende om veroordeling in de proceskosten. De inspecteur heeft aangegeven dat er een proceskostenvergoeding van € 895,50 kan worden toegekend, die verdeeld dient te worden over de procedures van de belanghebbende en zijn (fiscaal) partner.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur geheel of gedeeltelijk aan de belanghebbende is tegemoetgekomen, omdat de inspecteur op 11 mei 2023 heeft medegedeeld de aanslagen te verminderen conform de bedragen in de beroepschriften. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent de belanghebbende een vergoeding van € 1.071,75 toe. Dit bedrag is berekend op basis van de proceshandelingen die de gemachtigde van de belanghebbende heeft verricht, met toepassing van de factor voor samenhang van vier of meer zaken.
De rechtbank benadrukt dat de inspecteur ook verplicht is het door de belanghebbende betaalde griffierecht van tweemaal € 50,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.