ECLI:NL:RBZWB:2023:8914
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van de inspecteur tot betaling van proceskosten in belastingzaak
Op 19 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 22/3930, waarin belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. L.J. de Rijke, een verzoek indiende om de inspecteur van de belastingdienst te veroordelen in de proceskosten. Dit verzoek volgde op de intrekking van zijn beroep tegen een besluit van de inspecteur van 7 juli 2022, waarbij de inspecteur op 14 december 2022 de navorderingsaanslagen en nevenbeslissingen over het jaar 2017 heeft vernietigd en de aanslagen over het jaar 2018 ambtshalve heeft verminderd. De rechtbank heeft de inspecteur in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling en heeft zonder zitting uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur geheel aan belanghebbende is tegemoetgekomen, waardoor het verzoek om proceskostenveroordeling als kennelijk gegrond werd toegewezen. De rechtbank heeft de proceskosten berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij belanghebbende recht heeft op een vergoeding van € 2.587,50 voor de rechtsbijstand door zijn gemachtigde. Daarnaast is de inspecteur verplicht om het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.