ECLI:NL:RBZWB:2023:8894
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van de inspecteur tot betaling van proceskosten in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2023, wordt het verzoek van de belanghebbende om veroordeling van de inspecteur in de proceskosten beoordeeld. De belanghebbende had eerder zijn beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 31 maart 2023 ingetrokken, waarbij het ging om de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2021. De rechtbank heeft de inspecteur de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop de inspecteur akkoord ging met de opgegeven kosten.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat de inspecteur geheel tegemoet is gekomen aan de belanghebbende door een administratieve fout te corrigeren. De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft de rechtbank vastgesteld dat de inspecteur de juiste arbeidskorting alsnog zal toepassen, wat betekent dat de belanghebbende recht heeft op een vergoeding van zijn proceskosten.
De rechtbank kent een vergoeding van € 837 toe voor de rechtsbijstand door de gemachtigde van de belanghebbende, die een beroepschrift heeft ingediend. Daarnaast moet de inspecteur het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 50 vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, dat binnen zes weken na verzending kan worden ingediend.