ECLI:NL:RBZWB:2023:8892
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken juiste machtiging
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 9 februari 2023 behandeld. Het beroep betreft de vastgestelde waarde van een pand volgens de Wet waardering onroerende zaken. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde van de belanghebbende geen geldige machtiging heeft ingediend. De rechtbank heeft de gemachtigde meerdere keren verzocht om een correcte machtiging te overleggen, maar dit is niet gebeurd. De rechtbank legt uit dat iemand die namens een ander beroep instelt, op verzoek van de rechtbank een machtiging moet indienen. Het ontbreken van een ondertekende machtiging door de belanghebbende leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank besluit dat het beroep niet inhoudelijk beoordeeld kan worden en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.