ECLI:NL:RBZWB:2023:8867
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over beroep tegen kennisgeving kostenvergoeding in belastingrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 22 december 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft een kennisgeving van kostenvergoeding die op 17 januari 2023 door de inspecteur is verzonden, naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank van 1 augustus 2022. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, omdat het beroep kennelijk ongegrond is, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De inspecteur had in de kennisgeving wettelijke rente toegekend, omdat de bedragen die hij aan de belanghebbende moest vergoeden, te laat zijn betaald. De belanghebbende maakte bezwaar tegen de toekenning van deze wettelijke rente, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank overweegt dat in het belastingrecht een gesloten stelsel van rechtsmiddelen geldt, wat betekent dat alleen bezwaar kan worden gemaakt tegen beslissingen die in de belastingwetgeving als voor bezwaar vatbaar zijn aangemerkt. De kennisgeving van de inspecteur is geen voor bezwaar en beroep vatbare beschikking, waardoor het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechtbank concludeert dat het beroep van de belanghebbende kennelijk ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.