ECLI:NL:RBZWB:2023:8865
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen kennisgeving kostenvergoeding in belastingrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst behandeld. De zaak betreft een kennisgeving kostenvergoeding die op 13 oktober 2021 is verzonden, naar aanleiding van een eerdere uitspraak op bezwaar van 7 september 2021. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De inspecteur had de kennisgeving kostenvergoeding aan de belanghebbende gestuurd, maar de belanghebbende maakte bezwaar tegen deze kennisgeving. De inspecteur verklaarde het bezwaar echter niet-ontvankelijk, omdat de kennisgeving niet als een voor bezwaar vatbare beslissing kan worden aangemerkt. De rechtbank legt uit dat in het belastingrecht een gesloten stelsel van rechtsmiddelen geldt, wat betekent dat alleen bezwaar kan worden gemaakt tegen beslissingen die expliciet in de belastingwetgeving zijn aangemerkt als voor bezwaar vatbaar. Aangezien de kennisgeving kostenvergoeding niet onder deze bepalingen valt, is het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de belanghebbende het geschil eventueel kan voorleggen aan de burgerlijke rechter. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.