ECLI:NL:RBZWB:2023:8864
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging uit handelsregister
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2023, wordt het beroep van [belanghebbende] tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 22 november 2022 betreffende de WOZ-beschikking 2021 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels, geen juiste machtiging heeft ingediend, vergezeld van een uittreksel uit het handelsregister. Dit verzuim is niet tijdig hersteld, waardoor de rechtbank niet kan beoordelen of de afgegeven machtiging is verstrekt door de (uiteindelijk) bevoegd bestuurder.
De rechtbank legt uit dat iemand die namens een ander beroep instelt, op verzoek van de rechtbank een machtiging moet indienen. In dit geval heeft mr. D.A.N. Bartels geen machtiging bijgevoegd bij het beroepschrift, wat noodzakelijk is om aan te tonen dat hij bevoegd is om het beroep in te stellen. Ondanks verzoeken van de rechtbank om dit verzuim te herstellen, is er geen uittreksel uit het handelsregister overgelegd. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen of de afgegeven machtiging geldig is.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de uitspraak op bezwaar in stand blijft. Daarnaast heeft mr. D.A.N. Bartels verzocht om vergoeding van immateriële schade wegens een onredelijk lange procedure, maar dit verzoek wordt afgewezen omdat niet kan worden vastgesteld dat [belanghebbende] daadwerkelijk beroep wenste in te stellen. De rechtbank wijst ook het verzoek om proceskostenveroordeling af. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.