ECLI:NL:RBZWB:2023:8862
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken machtiging in WOZ-zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 december 2023, wordt het beroep van [belanghebbende] tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 18 november 2022 betreffende de WOZ-beschikking 2022 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels, geen juiste machtiging heeft ingediend. Dit verzuim is niet tijdig hersteld, ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om een geldige machtiging te overleggen.
De rechtbank legt uit dat iemand die namens een ander beroep instelt, op verzoek van de rechtbank een machtiging moet indienen. In dit geval heeft mr. D.A.N. Bartels een volmacht overgelegd, maar deze volmacht was niet correct en voldeed niet aan de eisen. De rechtbank heeft de gemachtigde meerdere keren de kans gegeven om het verzuim te herstellen, maar dit is niet gebeurd. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en blijft de uitspraak op bezwaar in stand.
Daarnaast heeft mr. D.A.N. Bartels verzocht om vergoeding van immateriële schade, omdat de procedure onredelijk lang zou hebben geduurd. De rechtbank wijst dit verzoek af, omdat niet is vastgesteld dat [belanghebbende] daadwerkelijk beroep wenste in te stellen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De beslissing is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.