ECLI:NL:RBZWB:2023:8766
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2023, wordt het beroep van de belanghebbende, dat op 30 juni 2023 is ingediend, niet-ontvankelijk verklaard. De belanghebbende was het niet eens met een beslissing van de Belastingdienst van 17 mei 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen in dergelijke gevallen.
De rechtbank legt uit dat het betalen van griffierecht een vereiste is voor het instellen van beroep, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak was het griffierecht vastgesteld op € 50,-. De griffier had de belanghebbende in een brief van 4 juli 2023 gewezen op de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Ondanks een tweede herinnering, verzonden op 2 augustus 2023, heeft de belanghebbende het griffierecht niet tijdig voldaan. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldigbare reden is gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en de eerdere uitspraak van de Belastingdienst in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.